13 juni 2012
Het waren twee fantastische dagen! #kvan12
De schouwburg in het pittoreske Middelburg was de plek waar zo'n 330 archivarissen uit heel Nederland (en een aantal uit Vlaanderen) afgelopen twee dagen elkaar onderhielden rond het thema "open", met of zonder uitroepteken. In zijn openingswoord trapte KVAN-voorzitter Fred van Kan opvallend stellig af, over het online en gratis aanbieden van bronnen, en opvallend kritisch, over de fusie tussen Nationaal Archief en KB.
De eerste keynote werd verzorgd door Stine Jensen. Zij filosofeerde over onze drang naar openheid en tegelijkertijd de drang naar geslotenheid, hoe onze toenemende roep om privacy te rijmen valt met ons exhibitionistische gedrag op sociale media zoals Facebook. Een mooi verhaal over een boeiende paradox, later een aparte blogpost waard.
Openingstijden
Voordat we aan de lunch konden, stond het openingstijdendebat op het menu (waarin ik zelf ook een rol mocht vervullen). Helaas kwam dat debat nooit echt uit de verf vond ik -van anderen kreeg ik daarentegen enthousiaste reacties- en bleef de discussie wat vlak. Misschien omdat het archivarissenpubliek de zorgen van onderzoeker Ton Kappelhof niet echt deelde, wat direct de angel uit het debat haalde?
Oplossingen werden al snel gevonden in het samenvoegen van studiezalen, beter samenwerken met onderzoeksinstellingen, maatwerk door bezoek op afspraak of het tijdelijk uitlenen van archief aan collega-instellingen met ruimere openingstijden. Bovendien is digitale dienstverlening méér dan scans online gooien, en is dienstverlening op locatie méér dan op gezette tijden een deur openzetten.
Natuurlijk werden ook wel een aantal (soms verwachte) punten gemaakt: het democratische recht op informatie mag niet aangetast worden, kosteloze raadpleging van archieven moet mogelijk blijven. Grootste strijdpunt zou misschien het al dan niet laten betalen voor online (of zelfs fysieke) dienstverlening zijn geworden, maar voordat die discussie echt op stoom kwam, was de tijd helaas weer voorbij.
Voorlopig is mijn conclusie dat zich -ondanks beperking van openingstijden hier en daar- in de praktijk nog geen noemenswaardige problemen hebben voorgedaan. We zitten in een overgangsfase en het zoeken is nog en blijft voorlopig naar een juiste balans tussen beide manieren van dienstverlening.
Mentors en mentees
De SNAAI had een voorstel uitgewerkt rond het mentorprogramma waarover eerder op Archief 2.0 de meningen voorzichtig waren gepeild. Ervaren archivarissen (mentoren) begeleiden in een serie (persoonlijke) gesprekken beginnende, kennis behoevende collega's (mentees, niet per se jongeren of studenten) met vakspecifieke uitdagingen. SNAAI ontvangt aanmeldingen van zowel mentoren als mentees en maakt matches.
Jammer was dat het idee, dat eigenlijk iedereen op bepaalde momenten in zijn of haar loopbaan wel een keer een mentor kan gebruiken (bijvoorbeeld na het wisselen van werk) niet echt opgepikt werd door de aanwezigen. De discussie leek toch vooral over oudere collega's te gaan, die 'netwerkloze' jongeren mee op sleeptouw zouden kunnen nemen. Aan die insteek ben ik zelf overigens ook 'schuldig'.
Aan het huidige aantal aanmeldingen (veel mentoren, één mentee) moet niet te veel belang worden gehecht. En over de vraag of mentees per se lid van de KVAN zouden moeten zijn, zullen we het voorlopig ook niet eens worden. Belangrijkste aanbeveling voor de initiatiefnemers was wel de unaniem gedeelde overtuiging dat het opbouwen van een netwerk een veel prominenter doel mag worden binnen het programma.
En dat ook hier geldt: goed idee, gewoon beginnen, gaandeweg bijstellen en vooral goed blijven communiceren.
Theater en Zuidland
Beide vorige sessies werden voorafgegaan door enig goedbedoeld theater waarin de lancering van Ons DNA werd gepromoot. Daarover zal ik niks anders zeggen dan dat ik het gaaf vind dat voor de kaart gebruik wordt gemaakt van gegevens in de ArchiefWiki.
Gelukkig bleef mijn eigen sessie over de vraag hoe je niet alleen je archieven, maar ook je archivarissen online krijgt van dergelijke onderbrekingen verschoond; ons DNA werd namelijk tegelijkertijd gelanceerd. Mijn verhaal kon ik goed kwijt, er kwam veel en goede input vanuit het publiek en veel aanwezigen verlieten na afloop geïnspireerd de zaal, vertelden ze me.
Het viel me op dat het aantal "ja maar" opmerkingen in de loop der jaren nog nauwelijks is afgenomen. Er blijft missiewerk te verrichten! En dat terwijl ik aanvankelijk dacht, dat dit verhaal na al die jaren toch wel aan kracht zou hebben ingeboet...
De tweede dag
Die begon met het SNAAI-ontbijt, waar helaas weinig SNAAI'ers bij aanwezig waren. En dat terwijl dit toch een uitgelezen kans was om een tafeltje te delen met enkele hot shots uit de archiefsector, waaronder maarliefst onze algemene rijksarchivaris! Misschien toch een aanwijzing dat de netwerkbehoefte onder potentiële mentees kleiner is dan wij denken?
Over de interessante keynote door Mireille Hildebrandt, over lezen en gelezen worden op afstand, ga ik later (proberen te) bloggen, en dat geldt beslist voor de sessies over de Brusselse DigiGIDS en het Sittardse AEZEL projek, beide ontzettend leuke, sympathieke en inspirerende initiatieven.
Met een praatje door Leo Hollestelle (Zeeuws Archief) en Jorien Waanders (De Ree) over Grenzeloze Zeeuwen werd het inhoudelijk programma afgesloten. Een degelijke personenzoekmachine Zeeuwen Gezocht (tegelijkertijd zoeken in genealogische bronnen, andere archieven en fotocollecties) waarbij de inzet daaromheen van Blogger en Twitter tot aanbeveling dient. En die vlieger gaat zéker op voor de ontwikkeling richting open (meta)data, ondanks wat achtergebleven twijfels bij de Zeeuwen en Groningers; er kan binnenkort 'geoogst' worden, zo hoorden wij. Klasse!
Tot slot
Moe en voldaan trokken wij huiswaarts.
Enkele kritiekpuntjes: de locatie (schouwburg) was sfeerloos en verstoken van goed internet via wifi (lang leve 3G en zo). Verschillende ruimten boden een erg slecht zicht op het presentatiescherm en het werd er soms wel erg warm. Bij het diner, als laatste, na de eerste dag (in de weliswaar schitterende kloostergangen van de Middelburgse abdij) was nauwelijks rekening gehouden met vegetarische gasten.
Buiten die kritiekpuntjes: het waren twee fantastische dagen! Gezellig, leerzaam en inspirerend. Complimenten voor de organisatie, dank aan de sponsors en natuurlijk petje af voor alle sprekers. En ook een bedankje aan alle deelnemers, want beide dagen stonden bol van de interactie, wéér meer dan tijdens voorgaande edities van de KVAN-dagen. Tot volgend jaar!
De komende week zal ik proberen dagelijks te bloggen over een van de sessies die ik heb gevolgd.
Update 14 juni 2012
Op de website Historici.nl is een verslag van het openingstijdendebat verschenen, vanuit de beleving van Ton Kappelhof. Vooral de tweede alinea is sprekend: de fysieke studiezaal is de "echte" studiezaal, en de twee daarna genoemde toekomstscenario's focussen wel erg eenzijdig op het hoe dan ook sluiten daarvan. Míjn mogelijkheid: een zéér groot deel van de archieven zal worden gedigitaliseerd en er zal daarnaast altijd een mogelijkheid tot raadpleging op locatie blijven (al dan niet tijdens 'vaste' openingstijden).
Aanbevolen leesvoer
- Verslagen KVAN-dagen 2011
- De vraag is alleen: wanneer?
Lees meer blogposts over
#kvan12,
AEZEL projek,
ArchiefWiki,
DigiGIDS,
DNA,
KVAN-dagen,
Mentorprogramma,
Mireille Hildebrandt,
Open,
Openheid,
Openingstijden,
Presentaties,
Privacy,
SNAAI,
Stine Jensen,
Zeeuwen Gezocht,
Zuidland
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
mooi verslag, de digitale wereld maakt de archiefwereld een stuk toegankelijker. ik heb de #KVAN12 een beetje online of vanuit de zijlijn gevolgd. steeds blijft er 1 prangende vraag over: waarom moet een archief eigenlijk vaak open zijn en waarom moet het veel bezoekers hebben?
BeantwoordenVerwijderen@Carla: Dank je. Fijn om te horen dat je er langs digitale weg toch iets van mee hebt kunnen krijgen.
BeantwoordenVerwijderenWat mij betreft hoeft een archiefdienst niet vaak open te zijn, maar wel voldoende open, om het raadplegen van archiefstukken (zeker de stukken die niet digitaal raadpleegbaar zijn) mogelijk te maken. En wat dan precies 'voldoende' is, dat is de vraag/discussie.
En waarom het veel (fysieke?) bezoekers moet hebben, dat moet je aan hen vragen die daarnaar streven. Ik denk dat het in een aantal gevallen 'oud denken' is, en in andere gevallen een kwestie van verantwoorden: bestuur en politiek zijn in bepaalde gevallen misschien (nog) gevoeliger voor een volle studiezaal, dan voor een x aantal kliks op een website? Ik weet van een aantal collega's dat ze dit als argument gebruiken om te proberen zoveel mogelijk mensen binnen hun deuren te krijgen, bijvoorbeeld door tentoonstellingen en cursussen te organiseren.