Een maand of twee of zo geleden las ik het dan eindelijk. En vanavond ga ik er haar zelfs over horen vertellen, want op uitnodiging van de HvA Bibliotheek geeft ze een lezing.
Afkomst
De nieuwsgierigheid naar het verleden van haar familie wordt bij Jansen gewekt door vage, bewust en door het menselijk geheugen onbewust verdraaide familieverhalen van haar oma, Roza Dingemans, over een voorname afkomst maar een misgelopen erfenis, met als achterliggende reden een gemengd huwelijk. Maar spitten in archieven en gesprekken met allerlei mensen onthullen tenslotte een heel ander verleden: het tragische relaas van vijf generaties van haar voorouders, die zich met meer en minder succes proberen te ontworstelen aan een armoedig en soms ook crimineel bestaan. De Drentse veenkoloniën zijn als rode draad het familieverleden ingeslopen.
Het pauperparadijs leest als twee verhalen die parallel aan elkaar worden verteld. Allereerst natuurlijk het verhaal van de familie zelf - persoonlijke levensverhalen en vaak ontroerend - maar daarnaast dat van de idealist Johannes van den Bosch en de geschiedenis van het denken over de aanpak van armoede (en de daarmee samenhangende criminaliteit). Onder Bosch' leiding en bezieling worden de zogenoemde 'koloniën van weldadigheid' gesticht, die later (zeker als de bezieling van Bosch na zijn dood verdwijnt uit de koloniën) langzamerhand vervallen tot strafinrichtingen voor landlopers.
Gekleurd
Over de armen en behoeftigen staat veel opgetekend in de archieven, maar vrijwel nooit door deze mensen zelf. Ook Jansen stuit op het feit dat veel van de gevonden archiefdocumenten daarom een stevig gekleurd beeld geven van het leven van haar voorouders. Aantekeningen door de pastoor, een verslag van een aan Veenhuizen passerende reiziger, een steundossier van het Amsterdamse Burgerlijk Armbestuur. Slechts een enkele keer treft Jansen een geschrift of brief van een in de koloniën 'verpleegde' zelf.
Aangrijpend vond ik het wanneer Jansen haar moeder hoort vertellen over haar vader, die tijdens de Tweede Wereldoorlog naar Duitsland vertrok om daar voor de Duitsers te werken. Vrijwillig. Een woord waarin alle schande zich voor haar moeder had vastgezet en dat schreeuwde van verontwaardiging, zoals Jansen schrijft. Of in de woorden van haar moeder:
Kijk, dat is wat armoede met je doet. Je verliest je waardigheid.
Uiteindelijk lukt het Jansens oma, Roza dus, om na jaren van wonen-onder-toezicht in een arbeiderswijk in Amsterdam-Noord, zich definitief te onttrekken aan de armoede. En moet ik constateren dat, al het goedbedoelde overheidsingrijpen ten spijt, het toch vooral hard werken, veel moed, doorzettingsvermogen en een kleine dosis geluk zijn geweest, die daarvoor hebben gezorgd.
Kortom
Een boek dat je snel uitleest, maar met een verhaal wat je bijblijft. En ook dit keer wordt weer duidelijk hoe archieven kunnen helpen bij het begrijpen van je verleden en identiteit. Als je er maar oog voor hebt en moeite voor doet.
Meer informatie over de archieven van de Drentse armenkolonies vind je natuurlijk bij het Drents Archief.