Posts tonen met het label Gelezen. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Gelezen. Alle posts tonen

29 oktober 2015

Gelezen: De papyrus van Caesar (Asterix in de informatiewereld)

Een van de weinige stripseries die alle albums compleet in mijn kast prijkt is die van Asterix. Samen met Lucky Luke (ook al met René Goscinny als belangrijkste scenarist) en Van Nul tot Nu (de ideale manier om als jong manneke de geschiedenis in te worden gezogen) behoort Asterix in mijn ogen tot de beste strips ooit. En sinds een week is daar, na twee jaar wachten, het 36e album: De papyrus van Caesar

Papyrus
Caesar wist niet goed raad met het hoofdstuk over de onoverwinnelijke Galliërs in zijn aankomende bestseller ("al vijftig exemplaren verkocht!") over de Gallische oorlogen, spindoctor Promoplus stelt voor niet de geschiedenis te verdoezelen maar "met een discrete sluier te bedekken" en het hoofdstuk uit het boek weg te laten, de Numidische kopiist BigDatha gaat er echter met een papyrus en daarop de tekst van dit hoofdstuk vandoor en lekt ze aan de "persmuskiet zonder grenzen" en activist Polemix.

Voor deze Polemix zouden de auteurs geïnspireerd zijn door de figuur van Julian Assange en behalve zijn blonde haar zijn er inderdaad een paar gelijkenissen. Zo laat Polemix het niet na anderen erop te wijzen dat de inhoud van de papyrus "het rijk op zijn grondvesten zal doen schudden" en moet ook hij in het bezit van deze explosieve informatie op zoek naar persoonlijke veiligheid. Caesar wil de papyrus immers koste wat kost terug, maar Polemix vlucht er precies dat ene dorpje mee in dat dapper weerstand blijft bieden aan de Romeinse overheersers. Daar bedenkt druïde Panoramix een plan om deze informatie voor altijd veilig te stellen.

Informatiewereld
Zoals uit de plot al een beetje blijkt speelt het verhaal zich af in de informatiewereld. Informatie overdragen en opslaan, manipuleren en beveiligen, de waarde van informatie, volledigheid, selectie, duurzaamheid en informatiepiraterij, het passeert allemaal in meer of minder grapjes de revue. Van Panoramix die zijn dorpsgenoten erop wijst dat Galliërs van de mondelinge overlevering zijn en niet van het schrift ("wat geschreven is zal verdwijnen, maar de woorden blijven") tot een andere druïde, Naturalix, die omringd door kleine blauwe vogeltjes op zijn riet twiet om een eekhoorntje te roepen, het album barst van de leuke verwijzingen.

Aan de andere kant, stel je er ook weer niet al te veel van voor. Het is immers geen handboek informatiewetenschap, maar een strip waarin twee Galliërs die rare Romeinen de lucht in meppen en waarin aan het eind onbeperkt everzwijn op tafel komt.

Ouderwets
Sinds 1977, toen scenarioschrijver Goscinny veel te jong stierf, tekende en vanaf toen ook schreef Albert Uderzo nog een tiental extra albums vol. Maar goede verhalen schrijven is toch echt een vak apart gebleken en ik stel me voor dat die laatste albums door veel fans, net als in mijn geval, vooral zijn aangeschaft om de serie compleet te houden. Vanaf album 35 is het stokje echter overgenomen door Jean-Yves Ferri (tekst) en Didier Conrad (tekeningen) en vooralsnog krabbelt het niveau van de serie daarmee weer op.

Dit 36e album is dan ook een bijna ouderwets goede Asterix te noemen, zo eentje die je meermaals wilt lezen: de eerste keer voor het verhaal - alhoewel Goscinny ongeëvenaard blijft - en vervolgens voor de enorm rijke en leuke tekeningen, de spitsvondige teksten (ook goede vertalingen!) en verwijzingen naar de actualiteit, woordgrapjes en dubbele bodems. Dat Asterix dit keer in de informatiewereld stapt, maakt het extra leuk, maar het is hoe dan ook een aanrader.

Aanbevolen leesvoer
- Gelezen: Brabant, daar brandt nog licht
- Gelezen: De dans van de gezanten
 

11 december 2013

Gelezen: De dans van de gezanten

Als bedankje voor het organiseren van een werkbezoek voor ze aan het BHIC, kreeg ik van mijn Utrechtse collega's het stripalbum De dans van de gezanten cadeau:

In 1713 maakte de Vrede van Utrecht een eind aan een lange oorlog waarin vrijwel alle West-Europese landen betrokken waren. De vredesverdragen kwamen tot stand na ruim een jaar van diplomatieke onderhandelingen, waarvoor de stad Utrecht als locatie was gekozen. (...)
Verschillende Utrechtse tekenaars verbeelden de kleine en de grote verhalen rond de vredesonderhandelingen in 1713. Een kleine stad die overspoeld wordt door buitenlandse delegaties van allerlei pluimage, die ruim een jaar een stempel drukken op het leven in de stad; de ontruiming van het stadhuis voor de onderhandelingen, festiviteiten en culturele evenementen die door de delegaties worden aangericht, het contact tussen Utrechters en "vreemde" buitenlanders, de verhoudingen tussen de onderhandelaars, de legale en illegale economie in de stad. (...)
Om de historische werkelijkheid zo veel mogelijk recht te doen zijn de strips gemaakt in samenwerking met Het Utrechts Archief.

Verschillende tekenaars van stripgenootschap De Inktpot, dus ook een bonte afwisseling aan verschillende stijlen van tekenen en humor, van echte strips tot cartoons en beeldverhalen. Erg leuk om doorheen te bladeren en te lezen.

De strips werden in aanloop naar het jubileumjaar al afzonderlijk online gepubliceerd en vertellen samen dan wel een groot verhaal, maar anders dan bij andere stripalbums is dit geen doorlopend verhaal. Het is eerder thematisch van opzet, een samenspel aan kleine verhaaltjes.Dat wil echter niet zeggen dat de strips als los zand in het album hangen. Tussen de verhaaltjes onderling vind je namelijk veel verwijzingen en ze volgen elkaar inhoudelijk in volgorde logisch op.

Over de historische juistheid van de strips kan ik niet goed oordelen. Hier en daar zie je duidelijk dat de tekenaars zichzelf enige vrijheden hebben toegestaan - een mooi plaatje wordt soms bijvoorbeeld belangrijker gevonden dan getrouwe feiten - maar die doen de historische werkelijkheid geen noemenswaardig geweld aan. Ze zullen nodig zijn om het verhaal toegankelijk te houden voor een breed publiek, wat immers het doel is van het album. Een enkele keer zijn die vrijheden trouwens door de tekenaars zelf toegelicht

Een van mijn favoriete strips, historisch niet helemaal correct,
maar wel keurig verantwoord


Dat toegankelijk houden, dat lukt de ene keer wel iets beter dan de andere keer. Dat ligt ongetwijfeld ook aan het thema waarmee iedere tekenaar is opgezadeld. Een strip over één concreet incident tussen twee onderhandelaars is nu eenmaal makkelijker in strip te verbeelden, dan een strip waarin de ingewikkelde politieke en diplomatieke verhoudingen tussen de verschillende mogendheden uit de doeken moeten worden gedaan. Maar door de snelle afwisseling in strips is geen enkele hobbel groot genoeg om je te doen stoppen met lezen en kijken.

Een echt geschiedenisverhaal is het daarmee niet geworden, wel een mooi sfeerverslag vol feitjes en grapjes. En aan het eind heb je toch een goed beeld van wat die vredesonderhandelingen inhielden, wat het belang ervan was en wat ze voor de stad Utrecht betekende. Een ding wordt dan wel helder: Utrecht vaarde er wel bij, maar 'Holland' had de vrede duidelijk verloren.

Gerelateerd leesvoer
- Gelezen: Brabant, daar brandt nog licht
- Archiefcartoons

8 oktober 2013

Gelezen: Benny Lindelauf - De hemel van Heivisj

In het Auschwitz Bulletin van september 2013 las ik een bespreking van Vervolgd in Limburg, een boek geschreven door Herman van Rens over het lot van de Joden en Sinti in Nederlands-Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toen bedacht ik me dat ik hier nog niets had geschreven over Benny Lindelaufs boek De hemel van Heivisj. En dat is onterecht.

Dit boek, dat als een jeugdboek gezien mag worden (maar wat, lees ik net, in november ook een plekje zal krijgen in het 'volwassenfonds' van uitgeverij Querido), kan ik namelijk eenieder aanraden. Het verhaal speelt zich af in een min of meer fictief Limburgs stadje in de jaren vanaf 1938. Centraal staat het meisje Fing, samen met haar beide jongere zusjes (een soort drie-eenheid) en een aantal broertjes, haar zachte vader en vooral haar strenge oma Mei.

Fing krijgt de prachtige kans om te gaan leren voor onderwijzeres, maar oma Mei steekt daar een stokje voor. Ze zal in plaats daarvan gaan werken voor de rijkste man in het stadje, de 'sigarenkeizer' en zijn wat geheimzinnige vrouw de 'Pruusin', als oppas of 'vriendin' voor het meisje Liesl. In de ogen van Fing maar een raar kind, maar als de oorlog echt uitbreekt, blijkt Liesl hoe dan ook in groot gevaar. Wat moet Fing doen?

Fings oorlog
De aanwezigheid van de Pruuse is zo dicht bij de Duitse grens natuurlijk geen nieuws voor Fing en haar familie. Lijkt de oorlog dit stadje dan in eerste instantie vooral links te laten liggen, hoe langer hoe meer wordt de veranderde werkelijkheid die de oorlog met zich meebrengt binnen het stadje alles bepalend. Zeker voor de Judde. Zeker gaandeweg ook voor Fing en haar familie. Aan de oorlog valt nou eenmaal niet te ontsnappen, al probeert zeker oma dat op haar best voor haar familie te voorkomen.

Het boek wordt verteld door Fing en je beleeft alle ontwikkelingen (op een hoofdstuk na) dan ook vanuit haar perspectief. Dat is het perspectief van een opgroeiend meisje dat in eerste instantie niet de oorlog als grootste probleem heeft, maar haar jongere zusjes die steeds meer hun eigen(wijze) weg gaan, de relatie met en tussen haar vader en oma, en haar eerste vriendje die ook al heel andere keuzes maakt dan zij. Want welke individuele keuzes maak je allemaal tijdens het volwassen worden? En welke in oorlogstijd? In Fing en haar vriendje, haar zusjes, haar broertjes, vader en in haar oma Mei komen allerlei keuzes voorbij, die je door Fings ogen bekijkt en begrijpt. En je leeft mee.

Benny's Limburg
Benny Lindelauf
Limburg ken ik slechts via Wilma, maar dit boek ademt voor mijn gevoel desondanks een authentiek Limburgse sfeer. Vooral door de manier van schrijven, door de namen, het gebruik van Limburgse (maar ook Duitse en Jiddisje) woorden en zo nog wat van die kleine maar belangrijke dingen.

Een prachtig boek vond ik het, van begin tot eind. Sfeervol, spannend, verrassend en erg mooi geschreven. Vindt ook Ronald Giphart in één minuut.

De reden dat het overigens hier in de boekenkast staat, is omdat de schrijver als achtergrondinformatie onder andere gebruik heeft gemaakt van een werkstuk over de Jodenvervolging in Sittard (waarmee het stadje in het boek ook gelijkenis vertoont), dat Wilma ooit nog eens met een studiegenote maakte.

Gerelateerd leesvoer
- Gelezen: Bettina Drion - Porselein
- Gelezen: Paul Hellmann - Klein kwaad

10 maart 2013

Gelezen: Conny Braam - De onweerstaanbare bastaard

De onweerstaanbare bastaard is het vervolg op De woede van Abraham, maar kan op zich best als losstaand verhaal worden gelezen. Lena, de dochter van die Abraham uit het eerste boek, is nu oma en het tweede boek gaat eigenlijk vooral over hoe haar kinderen en kleinkinderen een eigen maar soms ook gezamenlijke weg door de Eerste Wereldoorlog zoeken.

Haar oudste zoon Nico heeft de familietraditie voortgezet en is doodgraver, maar zowel hij als zijn jongere zuster Klara, die een kroeg uitbaat, worden tegen wil en dank betrokken bij de oorlogswinstmakerij van hun jongste broer Bart, tevens de lieveling van z'n moeder. Bertie, een zoon van Nico, fietst daar wat tussendoor en zo nog een stuk of wat andere personages. Van dronken vissers tot omhooggevallen reders, van ingekwartierde soldaten tot de dorpsfotograaf, het boek vertelt zowat het verhaal van de hele bevolking van IJmuiden en omliggende dorpen.

Het is een verhaal dat je mee probeert te sleuren in die tijd. Helaas lukte dat bij mij steeds niet.

Onderstroom
Wat ik in dit boek miste, was een soort onderstroom die De woede van Abraham zo kenmerkt, een groot mysterie dat voortdurend op de achtergrond aanwezig was en onzichtbaar het hele verhaal bepaalde. Dat mysterie kwam boven de grond tot uitdrukking in de intrigerende persoon van Nicolas Abraham. En hoe je het ook wendt of keert, De onweerstaanbare bastaard mist simpelweg zo'n machtig interessant hoofdpersonage als Nicolas Abraham was.

Misschien is het probleem zelfs wel dat er juist te veel verschillende 'hoofdpersonages' zijn, waardoor niemand echte hoofdpersonage is. En de onderstroom daardoor langs géén van die personages echt voelbaar aan de oppervlakte komt. Geen groot mysterie op de achtergrond, niets wat me echt het verhaal in kon zuigen.

En daardoor raakte ik ook niet echt verzeild in de tijd waarin het boek speelt. Via De woede van Abraham ademde je echt de sfeer van de dagen waarin het verhaal zich afspeelde. De onweerstaanbare bastaard speelt zich wel af in het verleden, maar echt inademen deed ik dat niet. Die vroegere tijd bleef beperkt tot het decor voor een goed verhaal.

Kortom
Want ja, misschien vergelijk ik dit tweede boek nou eenmaal te veel met het eerste. Zónder die vergelijking is De onweerstaanbare bastaard gewoon een goed boek met een goed verhaal, dat bovendien prettig wegleest.

Aanbevolen leesvoer
- Gelezen: Conny Braam - De woede van Abraham
- Conny Braam over zoeken onder het tapijt van de vaderlandse geschiedenis
- Meer recensies van door mij gelezen boeken

1 mei 2012

Gelezen: Bettina Drion - Porselein

Terwijl er vorige week veel commotie was over een gedicht, las ik het boek Porselein van schrijfster Bettina Drion (haar eerste grote roman, waaraan ze vijf jaar werkte, en die ongeveer een jaar geleden verscheen). Die zou me normaal gesproken waarschijnlijk niet zijn opgevallen, ware het niet dat Bettina voor het schrijven ervan veel archiefonderzoek heeft verricht, onder andere op het BHIC:

Bettina (...) is de kleindochter van een NSB’er die op 3 mei 1945 werd geëxecuteerd in Kamp Vught. (...) Pas op latere leeftijd ontdekte zij wie haar grootvader was. (...)
Porselein is geen reconstructie, geen zoektocht naar de waarheid, het is een roman over hoe de keuzes van één mens, hun sporen kunnen achterlaten tot op de dag vandaag. (...)
Porselein vertelt afwisselend het verhaal van Susan, een jonge gescheiden vrouw die wordt geconfronteerd met het verzwegen verleden van haar familie, en het verhaal van haar grootvader, Sam Warenaar, die aan het eind van de Tweede Wereldoorlog wordt geëxecuteerd wegens landverraad en spionage.

Sam
Voor Sam moet je toch wel enige sympathie - of toch tenminste begrip - krijgen, ondanks de 'foute' keuzes die hij maakt. Hij is misschien niet altijd overtuigd van die keuzes, maar is ook zeker geen speelbal van zijn omgeving of de omstandigheden. Hij staat misschien niet zo stevig in zijn schoenen als enkele andere personages, maar is zich wel steeds bewust van wat hij doet, ook al overziet hij niet altijd alle mogelijke gevolgen van zijn handelen. Zo voel je - ook door de kennis van nu - al snel aan dat het accepteren van een baantje bij het bevolkingsregister geen handige zet is. Maar omdat hij het geld hard nodig heeft om zijn gezin te onderhouden, kiest Sam daar toch voor.

Zo nu en dan gaat het draaien in de 'foute' richting echter ook wel wat te makkelijk, voor mijn gevoel. Zo spreekt Sam met Bernhard Osendal, een overtuigd NSB'er en bovenal een handige prater. Die brengt het gesprek op de schaarse jeugdherinneringen van Sam, die weinig vriendjes had. Het enige 'vriendje' dat hij had, blijkt een jongetje te zijn dat uiteindelijk een bal van hem leent en die doorverkoopt. Toevallig een joods jongetje.

Maar goed, ondanks dit soort kleine minpuntjes staat het verhaal wel als een huis. Boven alles wil Sam het beste voor zijn gezin, zijn vrouw Emma en zoontje Pieter. Het is daarom eigenlijk erg verdrietig om mee te beleven hoe hij ondanks zijn goede bedoelingen steeds verder van zijn doel afraakt. Tot slot kan hij desgevraagd ook zelf nauwelijks nog reconstrueren hoe het eigenlijk allemaal zover heeft kunnen komen:
Sam dacht na. De waarheid was dat hij het zelf eigenlijk niet meer wist. Hier liep hij dan, als Spion Voor De Duitsers, op een plek waar hij nog nooit was geweest, in de dikke nevel, met een man naast zich die hij nauwelijks kende.
'Het is een te ingewikkeld verhaal', zei hij uiteindelijk.

Eigenlijk zie je in Sam iemand die vooral op de redelijk korte termijn zaken overziet en daarop zijn keuzes baseert. Hij mist een soort totaalvisie, die mensen als Osendal hem wel kunnen geven.

Mijn grootste sympathie gaat dan ook uit naar Emma, de oma van Susan, die keihard gebukt gaat onder de keuzes van haar man, ook na zijn dood, na de oorlog en na de bevrijding.

Susan
Nog veel boeiender vind ik eigenlijk de zoektocht van Susan naar het verleden van haar grootvader. En de confrontaties met haar vader, die eigenlijk van niets meer wil weten:

Mijn vader zag er moe uit. Het verleden hing als een dik rookgordijn tussen ons in. Ik besefte nu de consequenties van iets ontdekken wat je liever niet wil weten: je kunt het nooit meer niet-weten.

En hoe verregaand de gevolgen zijn voor de herinnering aan voorouder Sam:

'Dus hij was niet alleen dood, maar werd ook doodgezwegen. Dubbel dood.'

Bettina Drion
Ik stel me voor dat deze beschrijving overeenkomt met de werkelijke ervaringen van veel mensen in soortgelijke situaties. In ieder geval is Sam gemodelleerd naar Bettina's eigen grootvader. En ook Bettina heeft met haar vader dus moeilijke gesprekken gehad. In een interview vertelt ze daarover, en ook over hoe blij haar vader achteraf is met haar boek.

Sam en Susan
Mooi hoe beide verhalen hoofdstuk voor hoofdstuk elkaar inleiden en opvolgen. Zo lezen beide geschiedenissen als één verhaal in twee tijden. Jammer vond ik dat je al redelijk snel doorhebt hoe beide levens, van Susan en Sam, in elkaar grijpen. Ook al blijft volledige duidelijkheid steeds uit, ook aan het einde van het boek.

Veel vragen van Susan en mij als lezer blijven onbeantwoord. Enigszins onbevredigend misschien, maar wel de realiteit voor veel mensen die met vergelijkbare vragen zijn blijven zitten. Ondanks archieven, hoe dan ook.

Beslist de moeite waard van het lezen. Zeker in deze week.

Gerelateerd
- Gelezen: Klein kwaad
- Meer recensies van gelezen boeken

25 april 2012

Gelezen: Conny Braam - De woede van Abraham

Alweer jaren geleden las ik Publieke werken van Thomas Rosenboom. Een schitterend geschreven boek, vind ik, waarin als rode draad de 'vooruitgang' loopt. Vooruitgang waar een enkeling probeert een slaatje uit te slaan, die door sommigen wordt aangegrepen om er anderen mee vooruit te kunnen helpen, maar door de grootste groep compleet wordt gemist of buiten eigen kunnen om bereikt.

Aan Publieke werken moest ik denken tijdens het lezen van Conny Braams De woede van Abraham. Niet alleen omdat de periode waarin beide boeken zich afspelen dezelfde is - namelijk de tweede helft van de negentiende eeuw - maar ook omdat het thema 'vooruitgang' een hoofdrol speelt.

Het decor voor De woede van Abraham wordt gevormd door de aanleg van het Noordzeekanaal, dat Amsterdam direct met de Noordzee in verbinding zal stellen.

Ambitie
De eerste die dit nieuws van de vooruitgang naar de plek van het toekomstige kanaal brengt, is Ezekiel Boerhaave, journalist met idealen, die in de voetsporen wil treden van zijn grote voorbeeld Multatuli. Boerhaave ook, die gaandeweg de keerzijde van die vooruitgang leert kennen terwijl hij deze voor zijn krant moet verslaan. En tenslotte moet kiezen tussen twee levens, daarbij gehinderd door de praktische realiteit van alledag.

Hij raakt gaandeweg bevriend met Jacob Vidal de St.Germain, de gemeentesecretaris van Velsen. Als ambitieuze jongeling naar die gemeente gekomen om de kansen te grijpen die hij in de vooruitgang ziet, maar die tot zijn leedwezen uiteindelijk moet toegeven hoe de vooruitgang zich niets van de aanwezigheid van het onbeduidende dorp Velsen lijkt aan te trekken. Om nog maar te zwijgen van Gouderiaan, een gluiperig persoon, die vooral zichzelf vooruit wil helpen en daarvoor anderen gebruikt, misbruikt en zelfs vertrapt.

Voorbijgaan
Maar het hoofdpersonage is natuurlijk Nicolas Abraham, die samen met zijn vrouw Julia en dochter Lena in het duin van de Breesaap woont en die liever niets met de vooruitgang te maken wil hebben. Maar helaas voor hem wel op de plek woont waarop de kanaalbouwers hun oog hebben laten vallen. Zijn lot raakt tegen wil en dank meer en meer met de aanleg van het kanaal verbonden, meer nog met de arbeiders die het eigenlijke graafwerk verrichten.

Graven en begraven vormen een ander thema van het boek. Allereerst dus in de bewoners van de graverskolonie, die langzaam - waar ze eerder slechts een anonieme, grauwe massa vormen - een gezicht krijgen en voor wie het boek van Braam als eerbetoon gezien mag worden. Gelukkig maar, want krediet hebben ze verder nauwelijks gehad. Zoals Braam een assistent-ingenieur tijdens de openingsplechtigheden van het kanaal laat opmerken:

Latere generaties (...) zullen vol bewondering staan te kijken naar het kanaal, de sluizen en de pieren. Toch zal de geschiedenis alleen vermelden dat koning Willem III het kanaal opende. Alsof hij er een vinger voor heeft uitgestoken.

Maar ook in Abraham, die zich meer en meer toelegt op het begraven van de doden. In het eerste hoofdstuk van de drenkeling die aanspoelt op het strand, maar later van de gravers en hun vrouwen en kinderen, als die door ziekte of van ouderdom sterven. Zoals Lena aan Boerhaave uitlegt:

Wij kunnen weinig voor deze mensen betekenen als ze nog leven, (...) maar als ze dan toch dood zijn, kunnen we ze tenminste netjes begraven, ieder een eigen graf, niet langer bij elkaar gesmeten als beesten. Wat kunnen we meer doen?

Herkomst
Of Abraham en zijn gezin nog een toekomst hebben in de Breesaap, of dat de vooruitgang van anderen hun ondergang wordt, is een vraag die met enige regelmaat verdrongen wordt door de vraag naar hun verleden, hun herkomst. Wat is er jaren geleden al gebeurd tussen Rusland en het duin aan de Noordzee? En hoe beïnvloeden die gebeurtenissen het heden, tot het in mijn ogen dramatische einde van het boek aan toe?

Mijn sympathie ging uit naar vrijwel alle personages: het gezin Abraham, de journalist Boerhaave, Vidal de St.Germain en de gravers. Maar niet zonder slag of stoot. Alle karakters en ook de keuzes die ze maken of hebben gemaakt, moest ik eerst leren kennen, voordat ik ze kon waarderen. Soms handelen ze namelijk op het eerste gezicht onbegrijpelijk, onuitstaanbaar of onwenselijk, toch minstens naar m'n eigen maatstaven. Maar later kreeg in ieder geval ikzelf toch meer en meer waardering voor al die verschillende mensen, die naar beste vermogen, eer en geweten, met al hun idealen, ambities en verlangens, zo goed mogelijk zichzelf en vaak ook hun gezinnen staande proberen te houden. Ik vind dat wel prettig, als ik niet vanaf het begin al volledig met iemand meeleef. Vertrouwen moet je soms krijgen, soms verdienen.

Kortom
Een boek dat vlot wegleest, met een verhaal dat je aangrijpt. Vooruitgang is vooral mooi voor degenen die erdoor op vooruitgaan.

Gerelateerd
- Conny Braam over zoeken onder het tapijt van de vaderlandse geschiedenis
- Gelezen: Suzanna Jansen - Het pauperparadijs

2 februari 2012

Gelezen: Suzanna Jansen - Het pauperparadijs

Op het BHIC in Den Bosch beheren we onder andere de rechtbankarchieven van Noord-Brabant. Bij het doornemen van de serie vonnissen daarin kan de naam van Veenhuizen je niet ontgaan (de online index op naam bevat al meer dan 16.500 veroordelingen voor landloperij). De rechtbank van Den Bosch stond er bij landlopers dan ook om bekend, dat je voor het minste of geringste naar deze 'strafkolonie' in Drenthe kon worden gestuurd. En aangezien Veenhuizen voor veel van die sloebers de enige uitweg leek uit een verder uitzichtloos bestaan, lieten ze zich in Den Bosch - en trouwens ook in Utrecht - maar wat graag (en vaak herhaaldelijk) oppakken door de veldwachter. Het boek Het pauperparadijs van Suzanna Jansen had ik daarom al veel te lang ongelezen gelaten. Jammer!

Een maand of twee of zo geleden las ik het dan eindelijk. En vanavond ga ik er haar zelfs over horen vertellen, want op uitnodiging van de HvA Bibliotheek geeft ze een lezing.

Afkomst
De nieuwsgierigheid naar het verleden van haar familie wordt bij Jansen gewekt door vage, bewust en door het menselijk geheugen onbewust verdraaide familieverhalen van haar oma, Roza Dingemans, over een voorname afkomst maar een misgelopen erfenis, met als achterliggende reden een gemengd huwelijk. Maar spitten in archieven en gesprekken met allerlei mensen onthullen tenslotte een heel ander verleden: het tragische relaas van vijf generaties van haar voorouders, die zich met meer en minder succes proberen te ontworstelen aan een armoedig en soms ook crimineel bestaan. De Drentse veenkoloniën zijn als rode draad het familieverleden ingeslopen.

Het pauperparadijs leest als twee verhalen die parallel aan elkaar worden verteld. Allereerst natuurlijk het verhaal van de familie zelf - persoonlijke levensverhalen en vaak ontroerend - maar daarnaast dat van de idealist Johannes van den Bosch en de geschiedenis van het denken over de aanpak van armoede (en de daarmee samenhangende criminaliteit). Onder Bosch' leiding en bezieling worden de zogenoemde 'koloniën van weldadigheid' gesticht, die later (zeker als de bezieling van Bosch na zijn dood verdwijnt uit de koloniën) langzamerhand vervallen tot strafinrichtingen voor landlopers.

Gekleurd
Over de armen en behoeftigen staat veel opgetekend in de archieven, maar vrijwel nooit door deze mensen zelf. Ook Jansen stuit op het feit dat veel van de gevonden archiefdocumenten daarom een stevig gekleurd beeld geven van het leven van haar voorouders. Aantekeningen door de pastoor, een verslag van een aan Veenhuizen passerende reiziger, een steundossier van het Amsterdamse Burgerlijk Armbestuur. Slechts een enkele keer treft Jansen een geschrift of brief van een in de koloniën 'verpleegde' zelf.

Aangrijpend vond ik het wanneer Jansen haar moeder hoort vertellen over haar vader, die tijdens de Tweede Wereldoorlog naar Duitsland vertrok om daar voor de Duitsers te werken. Vrijwillig. Een woord waarin alle schande zich voor haar moeder had vastgezet en dat schreeuwde van verontwaardiging, zoals Jansen schrijft. Of in de woorden van haar moeder:

Kijk, dat is wat armoede met je doet. Je verliest je waardigheid.

Uiteindelijk lukt het Jansens oma, Roza dus, om na jaren van wonen-onder-toezicht in een arbeiderswijk in Amsterdam-Noord, zich definitief te onttrekken aan de armoede. En moet ik constateren dat, al het goedbedoelde overheidsingrijpen ten spijt, het toch vooral hard werken, veel moed, doorzettingsvermogen en een kleine dosis geluk zijn geweest, die daarvoor hebben gezorgd.

Kortom
Een boek dat je snel uitleest, maar met een verhaal wat je bijblijft. En ook dit keer wordt weer duidelijk hoe archieven kunnen helpen bij het begrijpen van je verleden en identiteit. Als je er maar oog voor hebt en moeite voor doet.

Meer informatie over de archieven van de Drentse armenkolonies vind je natuurlijk bij het Drents Archief.

31 januari 2012

Gelezen: Rita Monaldi en Francesco Sorti - Imprimatur

Onder de allermooiste boeken die ik ooit las, bevindt zich zonder twijfel De naam van de roos door Umberto Eco. Niet alleen spreekt het bepaalde historische decor tot mijn verbeelding, maar de sfeer die dit middeleeuwse detectiveverhaal uitademt en de manier waarop het wordt verteld, prikkelen mijn inlevingsvermogen en fantasie ten volle. Bovendien blijft het spannend om als eigentijdse Watson mee te mogen speuren naar datgene wat verborgen moet blijven...

Een vergelijking met De naam van de roos dringt zich bij me op terwijl ik nadenk over Imprimatur (Latijn voor "het worde gedrukt"), een eveneens dikke pil, geschreven door het echtpaar en schrijversduo Rita Monaldi en Francesco Sorti.

Knechtje
Het is 2040 wanneer de Congregatie voor Zalig- en Heiligverklaringen een manuscript toegestuurd krijgt, dat onthullingen en bewijsmateriaal bevat die het doen en laten van de zaligverklaarde paus Innocentius XI in een volkomen nieuw daglicht plaatsen. Het manuscript bestaat (naast het resultaat van het nodige bronnenonderzoek daaromheen) uit de opgetekende herinneringen van en door het knechtje van herberg De Schildknaap in Rome, over gebeurtenissen die zich afspelen in 1683. Terwijl Wenen in dat jaar wordt belegerd door de Turken, christelijk Europa de adem inhoudt en alleen Innocentius XI nog redding kan brengen, overlijdt in De Schildknaap een oude, Franse edelman. Uit angst voor de pest wordt de overige gasten van de herberg een quarantaine opgelegd. Een bonte verzameling personages, onder wie de abt Atto Melani, geheim agent van Lodewijk XIV, zit vanaf dat moment voortdurend met elkaar en met zichzelf opgescheept.

Alhoewel een van de andere gasten, een Toscaanse arts, denkt dat de oude Fransman is vergiftigd en er geen vrees hoeft te zijn voor de pest, blijft het niet bij dat ene sterfgeval en worden ook de waard en een andere gast slachtoffer van een mysterieuze ziekte. Abt Melani is vast van plan deze zaak tot op de bodem uit te zoeken en roept daarbij de hulp van het knechtje van de herberg in.

Vervolgens ontvouwt zich een spannend verhaal waarin overdag veel gesprekken plaatshebben en alle actie zich vooral afspeelt tijdens de nachtelijke uren. Constant ben ik gedurende het lezen op m'n hoede voor aanwijzingen en ontdekkingen. Uiteindelijk loopt het geheim van de zwarte dood als rode draad door dit boek, zowel het beheersen van de besmetting als van de genezing van de ziekte. Een bijzondere rol is er trouwens nog weggelegd voor onze eigen stadhouder Willem III van Oranje.

Sfeer
Voor hun boek deden Monaldi en Sorti zo'n drie jaar onderzoek, onder meer in archieven in verschillende Europese landen. Dat is aan het verhaal af te lezen. Niet alleen aan de historische onderbouwing van veel feiten en gebeurtenissen daarin, maar ook aan de schrijfstijl ervan. Die laatste is namelijk op z'n zachtst gezegd gedetailleerd. Als er soep wordt gekookt, worden daarvan alle ingrediënten gegeven. En als de dokter een medicijn toedient, volgt steevast zijn uiteenzetting van de volledige bereidingswijze daarvan. Zinnen zijn rijkelijk gedecoreerd met bijvoeglijke naamwoorden en gesprekken over geloof, logica en wetenschap, astrologie en muziek gaan tot in detail.

Dit alles maakte wel dat ik compleet werd meegezogen in de tijd, in de sfeer van het verhaal en in het wel en wee van de personages. Van die laatsten is het vooral boeiend om mee te beleven hoe ze greep proberen te krijgen op hun angsten, de wereld proberen te verklaren en twijfelen over hun lotsbestemming.

Stof
Imprimatur is het eerste van wat uiteindelijk een zevental boeken moet worden. Net als dit boek deed ook het tweede, getiteld Secretum, veel stof opwaaien in Italië. Het werd zelfs eerst in Nederland uitgegeven omdat Imprimatur volgens geruchten door het Vaticaan als ongewenst werd beschouwd en de uitgave en herdruk daarvan zouden zijn tegengewerkt. Veel betere publiciteit kun je tegenwoordig niet krijgen...

Kortom: een boek waarin ik me lekker kon verliezen.