Sinds kort maken kaartmateriaal, mashups en georefereren onderdeel uit van 23 Archiefdingen. En niet voor niets: archiefdiensten hebben immers schitterende kaarten in hun collecties en daarmee kun je veel betere en mooiere dingen doen dan met een aantal kaarten van de provincie Noord-Brabant is gebeurd.
Zo lanceerde de New York Public Library deze week hun Map Rectifier. Dat is - voor zover ik weet, maar ik zit niet zo diep in de kaartenwereld - de eerste webbased applicatie waarmee via crowdsourcing het grote publiek kan meehelpen met het georefereren van kaartmateriaal, in dit geval uit de geweldig grote kaartencollectie van de New Yorkse openbare bieb.
Ze gebruiken daarvoor OpenStreetMap en er zijn er al een heel stel gedaan. Om mee te helpen moet je inloggen, maar om een idee te krijgen waar het over gaat kun je ook gewoon onderstaand YouTube-filmpje bekijken.
Natuurlijk kun je kaarten zoeken, bijvoorbeeld deze mooie kaart van Nieuw Amsterdam, maar het echte werk is natuurlijk het georefereren zelf. In het filmpje doen ze voor hoe dat moet aan de hand van een plankaart van Central Park - niet de ingewikkeldste kaart dus - maar het is bijvoorbeeld ook gebeurd met deze mooie kaart van de Nederlanden. Het resultaat ziet er vervolgens zo uit. Door het exporteren van het KML-bestand kun je de kaart naderhand ook in Google Earth bekijken of in een ander programma natuurlijk. Zoals gebruikelijk kun je gevonden kaarten ook delen via diverse sociale netwerken.
Het georefereren gaat eerst aan de hand van het plaatsen van minstens vier control points. Op je scherm zie je daarvoor links de oude kaart en rechts de nieuwe, je prikt links en rechts punaises die dezelfde punten op beide kaarten markeren en de applicatie vervormt de oude kaart vervolgens dusdanig, dat deze past in ons huidige wereldbeeld. Daarna kun je de oude kaart nog bijsnijden, zodat je de overbodige randen en teksten niet meer ziet. Ik denk dat ze in New York dezelfde tools gebruiken als deze ijverige 23 Archiefdingencursist van ons eigen Nationaal Archief.
Op het filmpje ziet het er allemaal eenvoudig uit, maar ik heb dit zelf nog niet geprobeerd. Het is toch wéér een account hè... Binnenkort maar eens kijken als we toch iets met onze eigen kaartencollectie moeten aanvangen.
Update
Door een reactie van Wessel op deze post kwam ik erachter dat de NYPL Map Rectifier al iets langer bestaat. Deze week is de applicatie echter stevig uitgebreid met een mooie optie, namelijk geografisch zoeken. Daar ging ik dus de mist mee in.
Plaatje
Christian,
BeantwoordenVerwijderenWat toevallig dat je deze blogpost plaatste op het moment dat ik bezig was de laatste hand te leggen aan een post op ons Weblab met dit onderwerp: Stereoluchtfoto's van Amersfoort uit 1932 in Google Maps. Hierin verwijs ik ook kort naar het crowdsourcing-project van de NYPL - dat overigens al langer bestaat dan een week hoor. Josh Greenberg van de NYPL gaf er op de afgelopen DISH-conferentie een mooie demo van.
Bij de projecten waarvoor wij kaarten hebben gegeorefereerd (o.a. het Utrechts Archief, Amersfoort op de Kaart) hebben wij in de presentatie altijd gebruik gemaakt van Google Maps, met als belangrijke reden: mensen kénnen het al.
Voor het refereren zelf gebruik ik het programma MapCruncher van Microsoft. Het is geen specialistisch GIS programma, eerder vergelijkbaar met de door jou beschreven online-tools. Een online applicatie zou echter geen raad weten met de bestandsgrootte van de kaarten die we gebruiken.
Voor de volledigheid ook nog het linkje naar mijn blogpost.
BeantwoordenVerwijderen@Wessel: Dank voor je reactie! Ik zag vanmiddag je blogpost al in m'n rss-reader passeren, maar helaas riepen toen andere plichten.
BeantwoordenVerwijderenAfgelopen week las ik vanuit m'n ooghoek een tweet van Josh en bij nader inzien ging die inderdaad 'slechts' over het live gaan van een nieuwe feature: geografisch zoeken. Slordigheidje mijnerzijds. De rest van de site bestond al even. (Maar goed, nu is ie dan wat breder bekend. ;-))
Voordeel van Google Maps is inderdaad dat iedereen het kent. OpenStreetMap is bij het grote publiek minder bekend, maar ik vraag me af of dat qua gebruiksmogelijkheden en -gemak (bij georefereren in ieder geval) veel verschil maakt. Geen satelietbeelden is natuurlijk wel een gemis voor het publiek. Voordeel van OSM is natuurlijk dat het, nou ja, 'open' is.
Ik zie nu vaak dat voor echte publiekstoepassingen (die vooral bedoeld zijn om kaarten te bekijken, zoals jullie websites) gebruik wordt gemaakt van Google Maps. En dat bij toepassingen die bedoeld zijn om bijvoorbeeld te georefereren (Mapit1418, NYPL Map Rectifier) gebruikt wordt gemaakt van OSM. Zal misschien technische en ideologische redenen hebben.