30 augustus 2009

Nationaal Archief laat foto's Eerste Wereldoorlog geotaggen

BRITISH NAVY IN WARTIME

Het is dat Yvette me via Twitter attendeerde op MAPIT 1418, want dit mooie project was me tot nog toe in het geheel ontgaan. De website van Beelden voor de Toekomst vermeldt er namelijk nog niks over (en op de website van het Nationaal Archief zelf ligt de zoekmachine er op dit moment uit) en da's jammer.

In het kader van het geweldige project Beelden voor de Toekomst digitaliseert en ontsluit onze nationale archiefdienst namelijk de fotocollectie Eerste Wereldoorlog. En binnen Beelden voor de Toekomst ligt dit jaar de nadruk onder andere op het betrekken en activeren van gebruikers.

Welnu, de geografische locaties van de nu gedigitaliseerde foto's zijn in veel gevallen onbekend of slechts heel globaal bekend. Het Nationaal Archief ontwikkelt daarom met de Flickr API een mashup van Flickr en OpenStreetMap (waarover ik al eerder blogde), zodat iedereen de foto's kan geotaggen.

MAPIT 1418 wordt in september gelanceerd. Tijdens de Nacht van de Geschiedenis op 24 oktober worden de eerste resultaten bekend gemaakt.

Klinkt allemaal prachtig - ik ben benieuwd!

Op het BHIC - op die tweet reageerde Yvette ook - zijn we bezig met een eigen mashup. In Google Maps hopen we historische kaarten te presenteren, waarop foto's vanuit Flickr worden getoond, video's vanuit YouTube en ook nog verhalen. Het mooie gaat zijn, dat die foto's door letterlijk iedereen kunnen worden toegevoegd, waarna ze automatisch op onze website verschijnen. Enfin, later meer hierover! (Want nee, zo'n gelikte aankondiging als die voor MAPIT 1418 hebben wij niet...)

Foto: Nationaal Archief

27 augustus 2009

Twee dagen, drie presentaties

Ik mag graag presentaties geven over verschillende onderwerpen. Ongetwijfeld ligt daar ook een bepaalde vorm van zelfbevrediging aan ten grondslag, maar daarnaast vind ik het oprecht ongelofelijk belangrijk om een geluid uit te dragen, dat ik persoonlijk en zakelijk tot in de kern onderschrijf, het geluid wat ook overal in deze blog doorklinkt.

Vandaag waren Luud en ikzelf allereerst wederom te gast op de Reinwardt Academie, evenals de twee voorgaande jaren. Daar mogen we dan mede vormgeven aan de start van het nieuwe collegejaar en wel door studenten in contact te brengen met het onderwerp Archieven en Digitale Cultuur (voorheen e-Cultuur).

Die presentatie gaat altijd in twee (ieder jaar bijgewerkte) delen, die naadloos op mekaar aansluiten:





Ik hoop, dat we weer een aantal jonge, nieuwe of toekomstige vakgenoten hebben bereikt met ons geluid. Al blijft er na iedere presentatie maar eentje over, die dit geluid verder uitdraagt, dan is dat al mooi, maar we gaan natuurlijk voor méér!

En het bleek maar weer eens: alles zit in het koppie. Het maakt niet uit of je jezelf al bedient van allerlei digitale tools of dat je helemaal op de hoogte bent van alle digitale ins en outs. Het belangrijkste is namelijk: wil je? Wil je leren? Wil je delen? Wil je openstellen? Wil je samenwerken? Wil je experimenteren? Wil je veranderen? Wil je risico nemen? Wil je fouten toegeven? Wil je genieten? Wil je... enzovoort.

En dan volgen de digitale truukjes vanzelf.

Dat was de morgen. 's Middags waren we te gast op het IISG waar we gevraagd waren uitleg te geven over de cursus 23-Archiefdingen. Tuurlijk! En dan maken we daar meteen een goede presentatie van.

Ikzelf begon met hetzelfde verhaal als wat ik net aan de studenten van de Reinwardt Academie kwijt kon. Luud had vervolgens voorbeelden gezocht, die aansluiten bij het werkterrein van het IISG, waarbij hij steeds de vraag stelde: moeten jullie hier misschien iets mee?



Aan de blikken te zien van wel, ideeën borrelden links en rechts op. En daarna - het is immers een middel en geen doel - volgde pas een korte promo voor de cursus:



Er ontstond een leuke discussie en er werden veel vragen gesteld. Medewerkers waren enthousiast, bleek ook uit de gesprekjes achteraf. En of het IISG nu wel of niet aan de 23-Archiefdingen gaat, is niet eens zo belangrijk. Belangrijk is, dat er vandaag resultaat is geboekt: mensen zijn gewonnen voor een nieuw geluid. Mooi!

Nou, en dan morgen tenslotte nog een andere presentatie op het menu: voor de opening van het nieuwe collegejaar van de opleiding HMDI van SOD-Opleidingen ben ik gevraagd mijn presentatie Archief 2.0 voor dummies te herhalen. Natuurlijk doe ik dat graag en ik heb de slides maar meteen even opgefrist:



Deze studenten zullen later zo ongeveer allen werkzaam worden (of ze zijn het al) in het veld van de documentaire informatievoorziening en bereiden dus feitelijk de weg voor documenten richting onze archieven. Het kan dus nooit verkeerd om hen eens voor te lichten over waar wij allemaal mee bezig zijn. Ik heb er zin in!

24 augustus 2009

Historische dagboeken van Jacob en Adriaan Keller online

My greatgrandfather en -mother and my grandfather with sisters, The Netherlands

Ik heb een zwak voor egodocumenten en vooral dagboeken mag ik graag lezen. Eigenlijk zijn dagboeken de mooiste archiefstukken, die we in huis hebben. Iedere dagboekinschrijving geeft ons namelijk een unieke inkijk in het leven van alledag van de auteur van het dagboek, zijn of haar bezigheden, observaties en overpeinzingen. Hoe levend en oprecht wil je een geschiedverhaal hebben?

Voor historische dagboeken blijkt het internet een geweldig nieuw publicatiemedium te zijn. Bij uitstek ook zijn dit soort dagboeken persoonlijke archiefdocumenten, die zich nog bij de mensen thuis bevinden, onbereikbaar voor de geïnteresseerde lezer of onderzoeker. Maar gelukkig worden steeds meer van die dagboeken overgedragen aan archiefdiensten of via weblogs gepubliceerd. Een blog heeft immers al de uiterlijke vorm van een dagboek, dus hoe makkelijk wil je het hebben?

Tot voor kort bevatte mijn verzameling met goede voorbeelden vooral links naar buitenlandse dagboeken, maar gisteren kreeg ik via Luud een tip voor een Nederlands dagboek online: de dagboeken van Jacob en Adriaan Keller.

Jacob Keller was boer in de Nieuwe Beerpolder in de Dordtse Biesbosch. Zijn doofgeboren zoon Adriaan volgde zijn vader op in de jaren '30. In de dagboeken schrijven eerst Jacob en later ook Adriaan elke zondag een soort weekverslag van hun boerenbedrijf.

Jacob had daarnaast ook als doel om te schrijven voor het nageslacht. Zo beschrijft hij gebruiken en gewoontes van het boerenbedrijf, die zullen gaan verdwijnen of inmiddels al verdwenen zijn. Maar ook schrijft hij over de Tweede Wereldoorlog, de Watersnoodramp 1953 en zijn eerste telefoon.

De dagboeken worden op dit moment door (achter)kleindochter Grietje Keller overgetypt en online gezet, maar zij typt alle dagboekaantekeningen niet in de oorspronkelijke volgorde over. Op de weblog worden ze echter wel in die volgorde getoond, zodat het meest recent overgetypte dagboekbericht dus niet altijd het meest recente bericht op de blog is. Om toch te kunnen volgen welke nieuwe dagboekaantekeningen online zijn gezet, kun je het beste Jacob Keller op Twitter volgen, of je via e-mail abonneren op nieuwe berichten.

Hoe het ook zij, een schitterend document en een heel mooi voorbeeld van hoe particulieren historische documenten beschikbaar kunnen stellen, ook voor onderzoek, zoals uit sommige reacties blijkt. Hulde dus!

22 augustus 2009

Archives 2.0: Archief 2.0, maar dan internationaal!

leaf-detail

Inmiddels mogen we gerust stellen, dat Archief 2.0 een succes is. De community heeft gedurende de eerste twee jaar van haar bestaan een mooie staat van dienst opgebouwd. En met de start van 23-Archiefdingen verwacht ik, dat er in het Nederlandse archieflandschap steeds meer aandacht komt voor hetgeen ons netwerk nastreeft. Inmiddels staat de ledenteller bijna op 350.

De enorm positieve ervaringen met Archief 2.0 gaan in mijn geval gelijk op met de ervaringen, die ik opdoe in Second Life. Daar merk ik hoe inspirerend het is om met enige regelmaat met collega's van over de hele wereld van gedachten te wisselen, te horen hoe zij de uitdagingen in hun vak te lijf gaan, kennis te delen, cultuurverschillen te benoemen en vanuit daar te refelecteren op ons werk.

Dat gevoel werd enige tijd geleden nog versterkt, toen ik met collega Luud tijdens een bezoek aan de OBA een lunchafspraak had met Deense erfgoedcollega's. Een contact overigens, dat eerst via Second Life en later via Archief 2.0 tot stand kwam. Zo daar!

Het een leidt tot het ander en op 1 augustus 2009 ben ik de community Archives 2.0 gestart: Archief 2.0, maar dan internationaal!

Niet alleen vakinhoudelijk is dit weer een spannende gebeurtenis, maar ik ben ook benieuwd of ik de met de Nederlandse community opgedane ervaringen als communitymanager zogezegd kan herhalen in een internationaal veld...

De start is in ieder geval veelbelovend: op dit moment zijn al meer dan 50 leden toegetreden uit landen als Frankrijk, Groot-Brittanië, Duitsland, België natuurlijk, alle Scandinavische landen en ik sla vast nog een Europees land over, maar ook uit Australië, Canada en de Verenigde Staten, zelfs uit Afrika! Het forum wordt al goed gebruikt en er komen veel positieve reacties los over dit initiatief - ik vond zelfs al supersnel een medebeheerder. Fijn! Ben benieuwd of we deze vliegende start een goed vervolg kunnen geven!

Foto: osbock

20 augustus 2009

Koop nu je kaartjes voor DISH2009!

Normaal doe ik niet aan verzoeknummertjes, maar voor de aankondiging van de internationale conferentie Digital Strategies for Heritage maak ik graag een uitzondering.

DISH2009 wordt op 9 en 10 december georganiseerd door Erfgoed Nederland en Digitaal Erfgoed Nederland (DEN). Het programma ziet er alvast aantrekkelijk uit, evenals de voorlopige line up van keynote sprekers.

Op de website van DISH2009 vind je alle benodigde informatie en voor het laatste nieuws zit natuurlijk ook DISH2009 op Twitter.

15 augustus 2009

Ding 9 - Mijn visie op Web 2.0: it's all about communities #23ad


We zoeken naar een richting
En we weten niet waarheen
Wij zijn te weinig samen
We zijn teveel alleen

En we sluiten onze poorten
Om te houden wat we hebben
We sluiten alles buiten
Alles wat ons nog kan redden
Wij zijn bang om te verliezen
Wat al lang verloren is
En we zien niet dat de weg
Naar buiten voor ons open ligt

Uit: Het Midden II, door Stef Bos


Wie mijn blog de laatste tijd een beetje heeft gevolgd, heeft al een aardig beeld van hoe ongeveer mijn visie op Web 2.0 uitgelegd moet worden.

Toen ik op het BHIC zo'n drie jaar geleden startte met het project 'Zuidland' had ik nog niet echt van Web 2.0 gehoord. Voor mij stond (en staat nog steeds) een ander begrip centraal: communities.

Ik ben gefascineerd door het feit, dat mensen zich online groeperen tot hele gemeenschappen en in die groepen en tussen die groepen informatie uitwisselen, vrienden maken, kennis vergaren, ruzies uitvechten, inspiratie opdoen, ideeën lanceren, projecten opzetten, ervaringen delen enzovoort. Ik ben gefascineerd door de manier waarop dergelijke gemeenschappen ontstaan, door de manier waarop ze groeien en zich ontwikkelen en van zich doen spreken. Ik ben gefascineerd door de geweldige successen, die dit soort communities behalen. En dan niet alleen online, maar ook offline.

Niet voor niets begin ik vrijwel iedere presentatie met hetzelfde voorbeeld, rond de groei van een succesvolle online genealogische community. Niet voor niets ook concentreren de meeste van mijn projectjes in het kader van Zuidland zich op het onszelf onderdompelen in communities. We doen wat aan webcare, we begeven ons op Flickr en YouTube, we hebben een teen in het water van Wikipedia en zo volgt er vast nog wel wat. Technisch allemaal niet spannend, sociaal des te meer.

Ik denk, dat dit soort communities ons toekomstig werkgebied zijn. Meer en meer zullen wij ons als archivarissen moeten begeven in de (voornamelijk online) communities waarin onze (potentiële) klanten zich begeven, in plaats van dat zij nog naar onze studiezalen komen. Jaja, of zelfs maar naar onze website.

Web 2.0 is voor mij dan ook vooral de ontwikkeling van het internet van een verzameling van websites naar een gemeenschap van mensen. Het sociale web dus. Het web ook waarin de rollen zijn verschoven en waarin iedereen nu zowel consument als producent kan zijn, ongeacht de rol die je traditioneel misschien altijd hebt gehad. Onze klanten bouwen databases, helpen elkaar met onderzoek en leggen verrassende verbanden tussen archiefstukken, waar dan ook. Wij archivarissen gebruiken hun kennisbanken bij ons inlichtingenwerk, zetten hun verhalen op onze websites en gebruiken hun beschrijvingen bij onze foto's.

Onze deelname in communities zal uiteindelijk leiden tot een verhoging van onze zichtbare maatschappelijke relevantie, als we onze meerwaarde voor de community tenminste kunnen aantonen. Dat wil zeggen: als we betekenis kunnen toevoegen aan de ervaring, het leven van ieder individuele lid van deze communities. Dat kan door het delen van een foto, die leidt tot een nostaligische herinnering. Dat kan door het openstellen van een forum, waarop familieleden uit de hele wereld elkaar toevallig weer ontmoeten. Dat kan eigenlijk op duizenden manieren.

Maar om die manieren te weten te komen heb je - buiten een gezonde portie fantasie - ook gevoel nodig voor het leven in zo'n online community. Je moet de community leren kennen om te weten te komen wat de leden naar deze groepen trekt, wat ze willen, welke gedragsregels ze met elkaar hebben afgesproken, wat geaccepteerd is en wat niet, wat gewaardeerd wordt en wat minder, wie de kernleden zijn en wie de volgers en dat soort dingen. Maar tenslotte is dat niet meer dan een opstapje om vervolgens te komen tot een dieper niveau van het communityleven, namelijk dat van het individuele lid.

En daar voltrekt zich nu de vergelijking met onze huidige dienstverlening: je kunt beleid maken voor je studiezalen en richtlijnen voor het omgaan met het publiek, maar dienstverlening geschiedt uiteindelijk altijd, direct of indirect, op het niveau van de individuele klant, zijn of haar vraag en zijn of haar beleving. En om die dienstverlening zo optimaal mogelijk te laten zijn, moet jij dus die klant kennen. Jawel, die individuele klant. Ook online.

En daar valt nog een wereld te winnen.

En daar is ook nog lang niet iedereen aan toe.

Nog te vaak hoor ik - ook op het BHIC overigens - dat het echte leven zich buiten je monitor afspeelt. Ze vergeten dan even, dat je bijvoorbeeld ook het telefoongesprek met je dochter tot het echte leven vindt behoren, ook al zit daar het 'medium' telefoon tussen. Nog te vaak hoor ik, dat collega's eigenlijk "geen tijd" hebben voor deze "onzin" en "wel wat beters" te doen hebben.

Mijn reactie is dan deze: afgelopen week kreeg ik bericht van Hyves, dat deze sociale netwerksite, de grootste community van Nederland, inmiddels negen miljoen (!) profielen telt. Nou zit niet achter ieder profiel een actieve mens, maar dan nog zijn er dat heel wat. Met andere woorden: wat heb jij voor beters te doen, dan je af te vragen of ons archief misschien niet eens een filiaal in Hyves zou moeten starten?

Ik zeg niet dát we onszelf in Hyves moeten storten. Ik zeg alleen, dat het onderzoeken van dergelijke mogelijkheden afdoen als "onzin" voor mij gelijkstaat aan het jezelf niet willen verdiepen in de wereld van je klanten, dientengevolge van onprofessioneel gedrag en uiteindelijk van het negeren van een niet te ontwijken werkelijkheid en toekomst.

Af dus, die oogkleppen! En omhoog met die verrekijker!!

Om positief af te sluiten: ik prijs me gelukkig met al m'n collega's, die op dit moment hun verrekijker voor hebben en het beeld proberen scherp te stellen. Want het is waar: ontdekken is niet alleen het vinden, maar ook het zoeken. En ik ben er trots op te kunnen zeggen, dat ik op het BHIC werk. En dat wij zoekende zijn!

Plaatje

14 augustus 2009

Bekend tot in Rusland


Mijn naam is Christian van der Ven. Ik woon in Den Bosch, heb een "indrukwekkend" netwerk van wel 43 'vrienden' met vertakkingen door het hele land en een collega van me lijkt op de schoonmoeder van een Russisch maffialid. Toch staat niet mijn hele privéleven online - jaja, ik ga daar al zéér bewust mee om - want mijn relatiestatus is vooralsnog "onbekend"! ;-)

Dé Hyveshit van het moment: een filmpje waarin de Russische maffia je op het spoor komt via informatie op je Hyves-profiel. Geweldig! En ontzettend knap gemaakt, hoe ze teksten en foto's van jouw eigen profiel hebben verwerkt in een filmpje. Da's nog eens gepersonaliseerde aandachttrekkerij! Stukken beter dan "aan de bewoners van dit pand"...

Veel belangrijker is echter nog: heeft dit onderdeel van de campagne rond veilig internetten nut? Bereikt onze overheid hiermee effectief de jeugd?

Ik keek er speciaal voor naar het Jeugdjournaal en was blij met de reacties van de kids, die zichtbaar schrokken van wat de Russen over hen te weten waren gekomen... Daar gaan ze wat aan doen!

Als je inlogt op Hyves kun je je eigen filmpje hier zien. Maar anders kun je hieronder het filmpje bekijken van Nick, een verslaggever van het Jeugdjournaal. Nick heeft een relatie, meer dan duizend vrienden en leeft in een stad waarvan je de naam niet uit kunt spreken... Pas op, Nick! De Russen komen!! ;-)

Update 8 oktober 2012
Nou, het filmpje over Nick is niet meer. Maar gelukkig vond ik op YouTube nog een filmpje met ene Stefan in de hoofdrol:

12 augustus 2009

Dingen 11 en 12 - Allemaal aan de wiki... en vlug een beetje! #23ad


Ja, ik weet het: ik skip wat dingen nu, maar daar kom ik nog wel van terug. Toevallig kwam ik zojuist namelijk eerst toe aan een blogpost van collega Ernest, die een kijkje in de keuken geeft van het Regionaal Archief Nijmegen. Daar zijn ze namelijk met wiki's in de weer gegaan en het eerste resultaat is De Vierdaagsewiki. Deed me weer terugdenken aan de Oetelpedia, ook al een kennisbank rond zo'n lokaal feest met nationale uitstraling.

Wiki's dus. We zijn er op het BHIC ook mee bezig - maandag voortgangsoverleg om daadwerkelijk een start te maken - maar daarover kon je eerder al eens meer lezen op mijn blog. Geen eigen wiki dus voor het BHIC, maar gebruikmaken van Wikipedia. Controle inleveren voor publieksbereik - zo'n beetje de hamvraag bij ieder archiefproject tegenwoordig.

Lang dacht ik, dat een wiki op zich al geschikt zou zijn voor onze website, toch tenminste voor het gedeelte rond de lokale pagina's. Die online geschiedenisboekjes bevatten immers al erg veel encyclopedische informatie. Echter bevatten ze ook veel persoonlijke verhalen van mensen, die deze insturen. En ja, da's dan weer niet iets voor een wiki. Je wilt geen edit wars krijgen rond de persoonlijke herinneringen van mensen hè? Alhoewel ze ook best amusant kunnen zijn... Maar goed, bovendien leent een wiki zich niet voor het laten plaatsen van reacties, zoals wij nu bij onze verhalen hebben.

Via deze blog houd ik iedereen natuurlijk op de hoogte van de voortgang van een en ander. Als uitsmijter hieronder nog een kort overzicht van enkele historische wiki's. Ken je er nog meer? Laat even een reactie achter. De immer groeiende lijst kun je terugvinden in mijn Delicious onder de tag historischewikis (aha, dus tóch nog een ander 'ding' in deze post!) en je kunt je er zelfs via rss op abonneren (hupsakee, wéér een 'ding'!)


Nou, nóg een uitsmijter dan: in het kader van het semantisch web (ook wel Web 3.0 genoemd) hier de DBpedia. Dat is een project waarbij uit Wikipedia gegevens worden gehaald en voorzien van een etiketje, zodat de computer in het vervolg weet wat dat losse gegeven voorstelt. Is het een persoonsnaam, een inwoneraantal misschien, een plaatsaanduiding dan of zo? Normaal is voor de computer ieder artikel in Wikipedia namelijk gewoon een verzameling letters met afbeeldingen, maar door etiketjes op bepaalde woorden te plakken wordt zo'n artikel voor de computer dus ineens begrijpelijk. En dat heeft weer als voordeel, dat we niet alleen kunnen zoeken in de informatie, maar ook vragen kunnen stellen aan de database, die daarop kan antwoorden. Zou ons heel wat tijd besparen bij het inlichtingenwerk! ;-)

Ik had al eens eerder over AskWiki, een soortgelijk initiatief, getypt - lang geleeje - maar dat fraaie project is inmiddels ten onder gegaan, lijkt het. Nou ja, het web is dynamisch hè...

Plaatje

9 augustus 2009

Ding 8 - Online werken: handig, handig... handig! #23ad

Laten we mekaar nou niet langer voor de gek proberen te houden: online werken is here to stay.

Tuurlijk, Google Docs en soortgelijke pakketten hebben nog wat probleempjes als we kijken naar echt serieus gebruik. Misschien is de beveiliging nog niet goed geregeld, misschien is archivering nog een punt van zorg, misschien is het aantal functionele mogelijkheden nog enigszins beperkt, maar voor de rest is het gewoonweg prachtig hè! Zonder software te installeren of te updaten heb je toch online alle kantoortoepassingen bij de hand: tekstverwerker, spreadsheets, presentaties, kalenders en you name it of het is er.

Gebruik ik Google Docs? Natuurlijk. De kernclub van Archief 2.0 werkt via Google Docs gezamenlijk aan studiedagen, aan artikelen, we houden er de financiën in bij en zo nog wat zaken. Ook heb ik op deze manier samengewerkt rond het ontwikkelen van de cursus 23 Archiefdingen en nu houden de coaches daar de voortgang in bij. Ik gebruikte het in het verleden om statistieken van virtueel inlichtingenwerk in bij te houden en ik gebruikte het laatst nog om m'n vakantieplanning en -informatie in te zetten. Handig, zo'n online plekje waar je ook vanuit de States bij kunt en wat je bovendien kunt delen met anderen, die daar belang bij hebben. Handig nog voor talloze andere dingen, die ik niet heb genoemd. Kortom, gewoon handig dus. Handig!

En als dingen handig zijn, dan vinden ze hun weg wel. En naarmate het serieuze, professionele gebruik ervan toeneemt, worden al die problemen - zeg liever onvolkomenheden - wel opgelost.

Maar je kunt het in je archief nu ook al gebruiken hoor, als je zou willen. Google Apps Standard is de gratis (!) oplossing voor non-profitorganisaties, het onderwijs en zo en da's al een compleet pakket, wat je zomaar mag opstarten. Loopt in onze sector nog niet echt storm, want het is eng. Maar los van Google's software gaan we sowieso de online richting uit.

Nu al is virtualisatie het toverwoord. Je mooie desktopcomputer wordt alsnog steeds meer een domme terminal, die al z'n orders van het hoofdkwartier krijgt. Afdelingen ICT rollen nieuwe applicaties uit alsof het geen moeite kost en ook de rest van het beheer gaat van een afstandje. Dat proces zet zich straks wel voort naar de online wereld buiten de muren van ons eigen serverpark. Nu nog eng, straks heel handig. Ik kan me nog de dag herinneren, dat in de gemeente Waalwijk ICT'ers alle computers fysiek langsgingen om een extra icoontje op het bureaublad te zetten. Dat willen we toch niet meer hè? Nee... Hoe meer afstand, hoe beter.

En da's maar goed ook, want je moet niet altijd meer naar je werk willen gaan om te werken. Ook de studiezaalmedewerkers van het BHIC beginnen al heel zachtjes te denken en te merken en te voelen, dat ze straks wel gedeeltelijk thuis kunnen blijven... maar toch al hun werkzaamheden kunnen uitvoeren. Ook thuis kun je immers gewoon bij al je documenten hoor en e-mail was al lang geen probleem meer. Zelfs alle applicaties zijn thuis al te benaderen en natuurlijk hoef je voor werkzaamheden als forumbeheer of inlichtingenwerk ook de deur niet altijd uit. Natuurlijk, als je in de archieven moet duiken, dan is de gang naar het depot wel handig, maar een enkel stuk is snel gescand en gemaild en voor de communicatie hebben we al de telefoon, e-mail en chat. Het komt, het komt...

Iets als Google Docs laat dus maar één facet zien van een veel bredere ontwikkeling van steeds meer online en op afstand werken, waar je maar bent, wanneer je maar wilt, wat je maar nodig hebt. En da's handig, zeker in combinatie met een privéleven.

Nou, genoeg getypt - ik ga terug naar dat privéleven. Vooralsnog houden wij het dus nog gewoon maar even bij het gezamenlijk online werken aan tekstdocumentjes en zo. Volgende halte: Google Wave ;-)

4 augustus 2009

Dingen 6 en 7 - Flickr en het nut voor archieven #23ad

Pastoor  in Rijkevoort

De vakantie zit er weer op en posts over Amerika maken dus weer plaats voor posts over 23 Archiefdingen. Het aangename voor het nuttige inruilen, zeg maar.

En de volgende twee dingen, die ik nog moest doen, gaan over Flickr. Ik heb over Flickr in het verleden natuurlijk al heel wat geschreven. Niet alleen over de vele kansen die het online delen van foto's biedt, maar ook over de schaduwkanten, de alternatieven of gewoon over grappige voorvallen.

Het persoonlijke nut van Flickr was voor mij vooral het delen van mijn vakantiefoto's met het thuisfront. Vanaf heden ben ik dan vooral geïnteresseerd in het zakelijke nut: wat kunnen we er als archieven mee?

Ik zal gedeeltelijk een antwoord geven op die vraag, simpelweg door op te sommen wat ik in de loop der tijden al voor leuke toepassingen ben tegengekomen:

  • Nationaal Archief stelt regelmatig nieuwe foto's beschikbaar, die verband houden met actuele onderwerpen.

  • Brabants Historisch Informatie Centrum gebruikt Flickr als showcase bij de lokale geschiedenisboekjes op haar website voor alle gemeentes in haar werkgebied.

  • Tresoar brengt uiteenlopende collecties onder de aandacht, zoals bijbelprenten en luchtfoto's.

  • Regionaal Archief Tilburg deelt op dit moment foto's van evenementen en oefenmateriaal bij een paleografiecursus.

  • Erf-goed.be gebruikt Flickr en Flickrmap om het waardevolle erfgoed in Vlaanderen te documenteren, in kaart te brengen en te ontsluiten via het internet.

  • Picture Australia van de National Library of Australia schakelt het publiek in bij het opbouwen van de nationale fotodatabase van Australië door het toevoegen van foto's aan drie speciale groepen in Flickr (People, places and events, Ourtown en Re-Picture Australia) waaruit de bibliotheek vervolgens foto's selecteert en opneemt in haar collectie. Een schitterend voorbeeld van Acquisitie 2.0!

  • PhotosNormandie van de Archives Normandie 1939-1945 in Frankrijk schakelt het publiek in bij het verbeteren van beschrijvingen van foto's van de landing in Normandië.

  • Genealogiedomein.nl stelt via Flickr genealogische bronnen uit de archieven in de regio Achterhoek beschikbaar.

  • Sommige onderzoekers delen door hen gemaakte foto's van bronnen uit archieven, zoals Luud de Brouwer voor bronnen van de Oisterwijkse schepenbanken en Yvette Hoitink voor uiteenlopende foto's, zoals scans van Amerikaanse genealogische bronnen en foto's van grafzerken.

Er zijn nóg enkele Nederlandse archiefinstellingen actief op Flickr:


Dan zijn er ook nog groepen actief op Flickr, die al dan niet losstaan van instellingen:

  • Flickr The Commons is niet een zuivere groep, maar een initiatief van Flickr in samenwerking met de Library of Congress om binnen Flickr erfgoedinstellingen een bijzondere plaats te geven, vooral omwille van de unieke aard van hun collecties, waarin veel foto's kunnen voorkomen waarvan de rechthebbenden onbekend zijn. Deelnemende instellingen schakelen vooral het publiek in bij het beschrijven en taggen van de foto's.

  • Flickr Commons is een zeer actieve groep, die als een soort fanclub fungeert bij Flickr The Commons. Leden leggen vooral veel verbanden tussen de verschillende fotocollecties online.

  • The Great War Archive Flickr Group is een voortzetting op Flickr van een webproject van de Oxford University waarin het publiek gevraagd wordt om foto's van de Eerste Wereldoorlog aan de groep toe te voegen. Mooi voorbeeld van online acquisitie.

  • ArchivesOnFlickr is een groep waaraan archiefinstellingen foto's of scans van archiefstukken kunnen toevoegen.

  • Archives & Archivists on Flickr is een groep waaraan eigenlijk iedere archiefinstelling of individuele archivaris foto's kan toevoegen, natuurlijk van archiefstukken, maar bijvoorbeeld ook van evenementen.

  • Funny Photos From the Archives is een groep waaraan archiefinstellingen grappige foto's uit hun collecties kunnen toevoegen.

  • Nederland van vóór 1920 is een groep voor Nederlandse foto's en picturale levensverhalen van meer dan 85 jaar oud.

  • Looking Into the Past is een groep waaraan foto's worden toegevoegd waarin oude met nieuwe foto's op de een of andere, vaak bijzondere manier worden gecombineerd. Erg mooi!

  • World War II Vintage Photos is een groep waaraan iedereen foto's over de Tweede Wereldoorlog kan toevoegen.

  • Toen & Nu is een groep waarin oude foto's van de Tweede Wereldoorlog met nieuwe foto's worden vergeleken.

Aanvullingen op deze lijst? Graag! :-)

Ik besef nu trouwens, dat we als BHIC vooral ook meer gebruik moeten maken van die groepen. En natuurlijk hebben wij ook veel foto's en scans van klanten, die we zo online kunnen gooien (alhoewel daar vast weer meer haken en ogen aanzitten dan ik nu voorzie).

Anyway, als uitsmijter nog een wat ouder artikel, over hoe bibliotheken Flickr gebruiken, dat desondanks een beetje als inspiratie diende voor deze blogpost.