Posts tonen met het label Onderwijs. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Onderwijs. Alle posts tonen

3 mei 2013

De Antwerpse schepenregisters als bron voor het sociale weefsel te Antwerpen

De komende blogs doen verslag van het colloquium "Tools, People and History" dat op 25 en 26 april plaatsvond in Leuven. Aanleiding was het project Itinera Nova van het Stadsarchief Leuven waarin het archief van de Leuvense schepenbank digitaal toegankelijk gemaakt wordt.

Studentes Julie De Groot en Inneke Baatsen, beiden Centrum voor Stadsgeschiedenis van de Universiteit Antwerpen, deelden de resultaten van hun onderzoek in de Antwerpse schepenregisters. Dat onderzoek baseerden zij op een databank met gegevens van laat 15e-eeuwse schepenregisters, ingevoerd vanaf handgeschreven fiches die al in de jaren '70 op het stadsarchief aldaar waren vervaardigd. Samen met de resultaten van nog 13 andere papers is een boekpublicatie in voorbereiding, die een indruk geeft van de rijkheid van deze bron.

Julie De Groot
Weduwen
Julie deed onderzoek naar weduwen als bijzondere spelers op de Antwerpse vastgoedmarkt.

Alhoewel zij volgens het gewoonterecht juridisch handelingsonbekwaam werden geacht, tenzij bijgestaan door een voogd, blijkt de praktijk toch anders in elkaar te steken. En blijken zij in tijden van economische bloei actieve spelers te zijn geweest, die zelfstandig transacties betreffende onroerend goed voor de schepenen aanhangig maakten.

Inneke Baatsen
Wezen
Inneke richtte haar onderzoek op het voogdijschap over verweesde minderjarigen in de periode 1490-1493. Ook zij stuitte op verschillen tussen norm en praktijk, waarbij ze vooral de sociale relaties onderzocht tussen de wezen (meestal betrof het halfwezen, dus kinderen waarvan nog een van beide ouders in leven was) en de aangestelde voogden.

Alhoewel de norm de aanstelling van vier voogden was, deed men er in de praktijk in de helft van de gevallen met minder voogden toe. Volgens het gewoonterecht zouden de voogden veelal uit de familie van vader en moeder afkomstig zijn.

Maar Inneke vond slechts in 36% van de gevallen een directe familieband tussen wees en voogd terug. In 64% van de gevallen was dus geen directe verwantschap aangetoond. Dat is ook niet vreemd; er is geen uitgebreid genealogisch onderzoek gedaan en dan is het moeilijk vast te stellen of bijvoorbeeld een aangestelde voogd niet misschien een zwager was of zo.

Maar je kunt ook kijken naar andere dan familiale verbanden tussen wezen en voogden. In 30% van de gevallen bleek bijvoorbeeld een zakelijke link tussen de voogd en de familie. In iets minder gevallen bleek een waarschijnlijke link. En ook geografische factoren speelden mogelijk een rol. In 47% van de gevallen bleken aangestelde voogden zeer dicht bij de weeskinderen te wonen.

Kortom
Een goed voorbeeld van hoe vanuit het onderwijs op georganiseerde wijze dezelfde bron - in dit geval de Antwerpse schepenregisters - door middel van onderzoek door studenten van diverse kanten wordt belicht.

Als goed Nederlands voorbeeld van zo'n programma moest ik denken aan de colleges Sex in the City waarbij groepjes studenten van de Radboud Universiteit in Nijmegen onderzoek doen op het Regionaal Archief Nijmegen, op zoek naar ongehuwde moeders en prostitutie in de 19e eeuw. Ook dat gaf mooie papers als resultaat, zoals mijn Wilma - die een gastcollege verzorgde tijdens dit programma - al liet zien.

Dat vind ik mooi. Zou voor het BHIC ook wel iets zijn.

Gerelateerde verslagen
- Jelle Haemers, Op zoek naar opstandelingen in de Gentse schepenregisters
- Geertrui Van Synghel, De middeleeuwse schepenprotocollen van 's-Hertogenbosch: centrale bron voor de reconstructie van de stedelijke administratie
- Marika Ceunen, De Leuvense schepenbankregisters: een sleutel tot het leven van alledag in Leuven en Brabant

10 mei 2012

Een school waar je blij van wordt


Sinds een paar maanden ben ik lid van de Raad van Advies van het Jeroen Bosch College in 's-Hertogenbosch. Een middelbare school die het niet makkelijk heeft, maar waar iedere dag keihard gewerkt wordt om weer een topschool te worden. Zo heeft het JBC als een van de weinige scholen in onze regio een Technasium. En da's iets om trots op te zijn, mocht ik vandaag ervaren!

Het Technasium is voor de bètavakken wat het Gymnasium is voor Grieks en Latijn. Deze presentatie voor de open dag van het JBC geeft daarvan een prima indruk. Door kennis te maken met beroepen en een betere aansluiting met vervolgonderwijs, moet het Technasium voorzien in meer hoger opgeleide technici. Centraal staat het vak Onderzoeken en Ontwerpen, waarin leerlingen onder andere leren samen te werken in een team, plannen en organiseren, informatie verzamelen en producten maken.

Het JBC heeft sinds dit jaar een gloednieuw technasiumlokaal en dat werd vandaag officieel geopend. Het nieuwe lokaal heeft een 'denktank' ruimte voor overleg en planning, een werkplaats, apparatuur voor allerlei geknutsel, experimenten, video, de nodige laptops en zo meer.

De 'denktank', met wand om op te kliederen, digitaal schoolbord enzovoort

Je eigen weerbericht maken (of gek dansje)
Een geschikte ruimte is één, maar geschikte docenten en enthousiaste leerlingen zijn twee tot en met tien. En die heb ik vandaag een aantal ontmoet! Van alle sprekers maakte vooral brugklasser Irma indruk op alle aanwezigen. Zij heeft me naderhand, samen met haar vriendin, vanalles en nog wat verteld en laten zien.

Tien jaar geleden gaf ik zelf nog lessen geschiedenis. Wat is het onderwijs sinds die tijd weer enorm hard veranderd en vernieuwd! In het Technasium van het JBC werken leerlingen steeds gedurende zeven weken in kleine projectgroepjes samen aan een concrete opdracht. Dat kan het ontwerpen zijn van een jacht tot het maken van een diabetesgame. Ze maken kennis met de opdrachtgever, brainstormen met elkaar over ideetjes, werken aan een plan van aanpak, verdelen onderling taken, doen onderzoek, bouwen, presenteren en evalueren.

Leerlingen moeten via presentaties voor een publiek zichzelf en hun product bewijzen, soms komt er zelfs een echte jury aan te pas. Maar uiteindelijk staat niet alleen de eigen prestatie, maar vooral het teamresultaat centraal. Prachtig hoe enkele leerlingen mij enthousiast vertelden hoe ze projecten aanpakten, op een manier die veel dichter bij de praktijk komt als ik in mijn eigen onderwijsverleden ooit heb meegemaakt. Ze leren bijvoorbeeld wat in teamverband hun individuele krachten en zwaktes zijn en leren die van anderen. Daar hebben ze geen persoonlijkheids- en kleurentesten voor nodig.

Experimenteren met 'lijm', zoals gesmolten suiker; de potten zaten 'keivast'

Deze gesprekken met de leerlingen, maar ook met enkele ouders, maakten mij erg enthousiast en ik kan me voorstellen dat leerlingen door deze manier van onderwijs niet alleen veel kennis, inzicht en vaardigheden opdoen, maar vooral goed voorbereid worden op een vervolgstudie en de werkpraktijk. En bovendien veel positieve energie ontwikkelen, naast hele mooie producten natuurlijk.

Heel erg leuk om deze opening bij te wonen, heel mooi om al die leerlingen mee te maken. Eigenlijk ben ik gewoon trots op het JBC. En dat terwijl ik pas sinds twee vergaderingen lid ben van de club...

Meer informatie over het Technasium van het JBC

Machines voor... ja, voor wat eigenlijk. Gelukkig wisten de leerlingen het wel

Irma (rechts) en haar vriendin wilden ook nog op de foto, met hun ballonnetjes

27 januari 2012

Dagboekje schoolmeester in de Gouden Eeuw online


Het Gelders Archief heeft (met financiële steun) al halverwege 2011 een van de oudste Nederlandse dagboeken aangekocht. In het dagboek(je) heeft schoolmeester David Beck gedurende de jaren 1626 tot 1628 zijn dagelijkse belevenissen bijgehouden, die ons anno nu een uniek inkijkje geven het leven in de Gouden Eeuw. Bijzonder dus!

De onderwijzer (...) verhaalt in zijn dagboekje onder meer over kruiend ijs op de Rijn, de kerkdiensten, zijn bezoek aan de kapper, kleermaakster en anderen, degenen die hem bezochten, waarover zij praatten en wat hij at en dronk. Beck maakte nauwgezet aantekeningen over zijn inkomsten en uitgaven. Hieruit blijkt welke leerlingen hoeveel lesgeld aan hem betaalden, wat het dagboek ook interessant maakt voor genealogen.

Het dagboek wordt op dit moment bewerkt en zal binnenkort in boekvorm worden uitgegeven. In een tweet van 25 januari sprak ik de wens uit dat het hopelijk ook snel online komt.

Of het allemaal precies naar aanleiding van die tweet is gegaan, dat denk ik niet, maar via een direct message in Twitter liet een collega van het Gelders Archief me in ieder geval gisteren al weten dat het dagboek na een "snelle actie" inmiddels online is gezet.

Snel lezen dus!

Toegegeven, vanwege het oude handschrift is het dagboek niet voor iedereen even makkelijk toegankelijk - daar zal de uitgave in boekvorm wel verandering in brengen, denk ik zo - maar voor de liefhebbers is er weer een prachtige bron op een makkelijke manier te raadplegen. Hulde voor mijn collega's bij het Gelders Archief!

Dit is trouwens niet het enige dagboek van Beck. Zo hield hij er ook al eentje bij waarin hij bijvoorbeeld aantekende welke boeken hij allemaal las. Interessant voor als je onderzoek doet naar leescultuur.

Gerelateerd
- Stephanus Hanewinckel: Blogger avant la lettre (16 maart 2011)
Reisverslag van Abraham de Veer Lewe van Aduard (24 augustus 2010)
De wind Westelyk wordende en de lugt betrekkende (10 juni 2010)
- Op Archief 2.0: Interview met Elio Pelzers (Gelders Archief) over het dagboek

Afbeelding: Gelders Archief

6 januari 2011

Mijn blog als studiebron


Ik krijg met enige regelmaat studenten op de koffie die een paper schrijven, een scriptie voorbereiden, een opdracht moeten maken of wat dan ook. Meestal is het onderwerp archieven en sociale media, digitale dienstverlening, gebruikerspartcipatie of een van mijn andere hobby's. Via Google kom ik er dan makkelijk uitrollen of docenten verwijzen naar me door. Prima, alle studenten zijn welkom.

Wat me opvalt is dat die studenten wel vaak allemaal dezelfde bronnen gebruiken en dat het daarbij vooral om traditionele media gaat: boeken, tijdschriften, rapporten en zo meer. Dat is ook logisch. Via iets als de sneeuwbalmethode krijg je vanzelf een situatie waarin dezelfde bronnen steeds weer opduiken. Het zijn dus ook vaak dezelfde auteurs, het zijn ook vaak verouderde of toch tenminste oudere bronnen. Ronddwalen in min of meer dezelfde kringetjes.

Gebruik eens wat vaker een internetbron!
Zeker voor de onderwerpen waarover ik regelmatig wordt ondervraagd lijkt me dat geen goede zaak. In de literatuurlijsten van die studenten kom ik bijvoorbeeld zelden verwijzingen naar specifieke informatie op Archief 2.0 tegen (aan algemene verwijzingen nooit gebrek!) en ook nooit een blogpost van mezelf (van anderen ook niet trouwens). Ik stuit in die lijsten wel heel vaak op een bepaald artikel wat ik alweer jaren terug schreef voor het Jaarboek 2002-2003 van de Stichting Archiefpublicaties. Nota bene een artikel dat op zich weer een bewerking was van een studieopdracht! Je zou bijna gaan denken dat de waarde van dat artikel groter is dan die van een heleboel blogposts die ik in de afgelopen paar jaar schreef, terwijl die laatste toch echt doordrenkt zijn van nieuwere inzichten en ervaringen.

Het onderwijs zelf werkt blijkbaar ook niet mee. Ben benieuwd hoe men daar "internetbronnen" definieert. Is een artikel uit een tijdschrift wat gescand en online geplaatst wordt een internetbron? En hoe zit dat met een blogpost die naderhand in een tijdschrift wordt gepubliceerd? Sommige werkstukken lijken grotendeels gebaseerd op interviews, soms zelfs eentje met ondergetekende. Dat is wel goed, toch? Ik begrijp niet wat het medium voor verschil maakt. Als je maar helder verantwoording aflegt voor je bronnenkeuze, zoals gebruikelijk. Voor een blogpost net zo goed als voor een boek.

Probeerseltje
En onbekend maakt onbemind. Misschien is het namelijk ook gewoon lastig om bijvoorbeeld juist de goede blogposts te vinden. Ik weet, even vanuit mijn eigen blog als bron geredeneerd, ook niet goed hoe ik het studenten makkelijker kan maken. Iets uitproberen dan maar: kort geleden ben ik heel voorzichtjes begonnen met het samenstellen van thema's op mijn blog. Eigenlijk gewoon per onderwerp (thema) een aantal blogposts op een rij gezet waarvan ik denk dat ze op dat moment het beste te lezen zijn als je iets over dat onderwerp wilt weten. Natuurlijk binnen de grenzen van mijn eigen blog. Over het gebied buiten die grenzen denk ik nog na. Een soort bronnendatabank als onderdeel van de ArchiefWiki lijkt me voor dat plan wel geschikt.

Nou goed, klein begonnen. Hopelijk ontstaat er zo gaandeweg een verzameling onderwerpen met daarachter steeds een selectie van zeg een vijftal blogposts. Het samenstellen van die thema's zal nog wel wat tijd kosten, maar hopelijk dat dit het voor studenten (en andere belangstellenden) makkelijker maakt om mijn blog als bron te gebruiken in het kader van hun studie. Voor de rest zal ik in alle gesprekken met studenten ze vooral aanmoedigen om het internet op te gaan voor extra bronnen: Archief 2.0, forums, blogs enzovoort. Te beginnen met de aankomende lichting archiefassistenten, die ik vanaf februari weer les mag geven.

Andere ideeën en suggesties? Welkom!