27 september 2009

Ding 15 - Podcasts #23ad


Lang geleden kreeg ik van Sinterklaas een Walkman cadeau en een paar jaar later kocht ik zelf een nieuwe. Echt gebruikt heb ik beide apparaten niet. Een Discman (die sinds 2000 'CD Walkman' blijkt te worden genoemd - nooit geweten) heb ik zelfs niet eens ooit gehad. Een draagbaar spelertje voor mp3's dan weer wel, maar het laatste gebruik daarvan stamt ook alweer van vijf jaar geleden of zo. Radio op m'n mobiele telefoon heb ik slechts eenmaal geprobeerd, om te kijken hoe dat werkte (conclusie: het werkte). Dat was trouwens niet eens met m'n huidige telefoon, maar met het vorige exemplaar.

Ik ben niet zo van muziek onderweg, ook niet van andere dingen luisteren onderweg. In bus en trein mag ik graag mijmeren en door het raampje naar buiten kijken. Als ik op de fiets zit, dan hoor ik graag alle geluiden om me heen, in de auto is dat nog sterker, maar zelfs te voet nog. Ik ben graag interactief bezig met mijn omgeving en daar passen geluiden uit oordopjes echt niet bij, in mijn geval.

Heb ik iets met podcasts? Nee, eigenlijk helemaal niet. Ik download incidenteel een mp3-bestand, vooral van lezingen die ik moest missen. Da's dan handig. Een aantal jaren terug heb ik ontzettend veel podcasts/mp3's geluisterd, maar die waren dan ook van de Dik Voormekaar Show.

Kunnen podcasts zinvol zijn? Ja hoor, natuurlijk wel. Ik zie podcasts vooral als een manier om makkelijk en goedkoop lezingen op te nemen, te bewaren en te verspreiden. Een video is beter, maar kost meer moeite.

Ik denk ook dat we als archieven nog een heleboel materiaal in huis hebben dat uitstekend geschikt zou zijn als podcast. Maar het ontwikkelen van nieuw materiaal, dat zie ik niet zo snel gebeuren. Wat ik erover lees, bijvoorbeeld in dit artikel over de Kansas Memory Podcast, leert me vooral dat het een hoop tijd kost en uiteindelijk weinig oplevert in verhouding tot andere tools.

Een collega van mij houdt wekelijks radiopraatjes van een paar minuten over een cultuurhistorisch onderwerp uit de regio. Hij staat ergens op een plek en vertelt wat aardige verhalen van vroeger, die met die specifieke plek van doen hebben. Hapklare brokken voor de ideale snacker, zouden wij zeggen.

Dat soort verhaaltjes - maar ik heb het al een paar keer gezegd - zou toch heel snel heel gemakkelijk online te zetten moeten zijn? Eventueel dan via podcasting, dus da's niet zomaar online zetten, maar ook weer verder verspreiden via rss.

Een paar plaatjes erachter en het geheel kan ook zo in YouTube... maar da's pas het volgende ding. Toeval? Nee, ik denk het niet. Ik kan me situaties voorstellen waarin het niet hebben van beelden geen bezwaar is, maar de mens is van nature nou eenmaal erg visueel ingesteld. En waar ik vervolgens de radio op de achtergrond lekker kan laten draaien zonder echt iets te missen, denk ik niet dat klanten echt met aandacht gaan luisteren naar een podcast, tenzij die korter duurt dan vijf minuten of tenzij die echt superinteressant is.

Oh, hier nóg een ingeving: we kunnen het reisverslag van Commissaris van de Koningin baron Van Voorst tot Voorst in zoveel delen uitgeven als podcast! Het verslag over het bezoek aan Waalwijk is bijvoorbeeld erg leuk. Iemand die goed kan voorlezen kan daar echt iets van maken. En dan later bundelen als luisterboek.

Op naar het volgende ding...

Plaatje

25 september 2009

Ding 14 - Chatpilot op het BHIC... gestart! #23ad


Zo, sinds vandaag zijn we los. Dat een chatfunctie op je website in eerste aanleg in technisch opzicht al geen ene reet voorstelt, is vandaag wel weer bewezen: in een vloek en een zucht stond een en ander online. Het BHIC is bij deze dan ook écht gestart met de chatpilot!

Fantastisch!
Op onze website verschijnt op iedere pagina in de rechterbovenhoek een knop waarmee je direct kunt chatten met een archivaris van het BHIC. Dat ben op dit moment ikzelf nog, maar binnen anderhalve dag hadden drie van mijn collega's zich al gemeld om mee te helpen, ook op een avond of zo - kom daar bij veel andere archiefdiensten maar eens om. Ik weet me inderdaad gewoon omringd met een fantastische club mensen! :-)

Overigens zie je nog wel steeds mijn eigen fotootje erbij te staan - met dat grote kanon - ook wanneer er een collega aan de andere kant van het lijntje zit. Ik wilde nu eenmaal een echte foto van een mens en geen cartoon of zo, omdat ik wil dat klanten weten dat er een mens achterzit en geen robot. En omdat onze software niet bijzonder hi-tech is hebben we nog even geen systeem waarmee we avatars kunnen laten veranderen op basis van ons rooster. Trouwens, er is nog helemaal geen rooster, dus zo'n systeem zou sowieso al niet werken...

Gewoon accepteren
Uiteindelijk maak ik ook geen gebruik van de client van Google Talk, die valt te downloaden, maar gebruik ik de online Google Talk-gadget. Die heeft wel wat nadelen (zo moet je altijd met die ene account zijn ingelogd), maar ook al minimaal één supergroot voordeel: je hoeft klanten niet zelf eerst te 'accepteren' voordat ze een vraag kunnen stellen. Ik testte bijvoorbeeld Google Talk, Pidgin en Meebo en met alledrie moet je als medewerker een inkomende chat eerst expliciet accepteren - heeft vast met veiligheid te maken. Heel irritant. Gaan we dus niet doen.

Ik wil namelijk zo min mogelijk drempels, ook al omdat ze de resultaten van deze proef zouden kunnen beïnvloeden. Elders zie ik zelfs chatfuncties waar je eerst je e-mailadres moet invullen voordat je kunt chatten! Dat lijkt me dus echt onzin (ook al zal het best een doel dienen, alleen dan niet dat van de klant). Bij ons kan de klant gewoon klikken en een vraag intypen. Simple as that.

Loggen
Tot nu toe heb ik al één klant gehad - natuurlijk in de avonduren - die ik ook prima heb kunnen helpen. Ik houd daarvan cijfertjes bij en logbestanden, om samen met collega's te kunnen kijken hoe we onze dienstverlening via chat kunnen verbeteren. Dat loggen is trouwens nog best lastig: logs worden namelijk alleen bewaard bij chats tussen contactpersonen, niet bij chats via dit soort chat-widgets en zo. Dus ik moet kopiëren en plakken... alleen werkt de Google Talk-gadget met Flash. Geen kopëren dus en dus ook geen plakken. Vandaar dat ik maar superouderwets screendumps maak en die weer plak in Word. Je moet toch wat.

Nou, vooruit dan maar. Volgende week het chatteam eens bij mekaar roepen en gezamenlijk aan de slag!

22 september 2009

Ding 14 - Chatpilot op het BHIC #23ad


Over chatten heb ik al heel wat geschreven op deze blog, ook over het interne kennismaken daarmee op het BHIC. En dat verschillende archiefdiensten denken aan het aanbieden van chat op hun website is ook al geen nieuws meer. Ik ga het hier dus niet meer over de voordelen en zo van chat hebben.

Uiteindelijk kun je namelijk vanalles vantevoren blijven verzinnen, volledig uitdokteren en voorbereiden en zo, maar ik geloof daar nooit zo in. Op het BHIC hebben we als onderdeel van de digitale dienstverlening bepaald dat er zoiets als een digitale archivaris moet komen en chatten past in dat plaatje. Mijn aanpak is dus gewoon beginnen en dan kijken wat het oplevert en wat we tegenkomen. Veel belangrijker wordt het vervolgens of de medewerkers zich dit nieuwe communicatiemedium eigen hebben gemaakt. En dat lukt niet met plannen maken, dat lukt natuurlijk alleen met chatten zelf - vandaar ook al dat interne gebruik van chat.

Het uiteindelijke doel van die digitale archivaris is te voorkomen dat mensen zomaar wegklikken van onze website omdat ze vastlopen en niet direct hulp kunnen krijgen, anders dan door te bellen. Chat is direct en laagdrempelig en een chatmogelijkheid wil ik dan ook vanaf iedere pagina aanbieden. In dit geval dus de digitale archivaris als vraagbaak, steun en toeverlaat, zelfs als gezicht van de site.

Ik ga nog nakijken wanneer mensen overwegend op onze site surfen - zal veelal buiten openingstijden zijn - en wanneer ze bijvoorbeeld via e-mail hun vragen stellen - ik schat in ook voornamelijk buiten openingstijden. In ieder geval ga ik de chat ook buiten openingstijden, zelfs buiten kantoortijden bemensen, voor zover ik dan beschikbaar ben natuurlijk. De chatbox op deze persoonlijke blog levert trouwens iedere week wel een chat of twee op, meestal 's avonds of in het weekend.

Op iedere pagina dus een duidelijke knop die naar een chatvenster leidt. Waarschijnlijk ga ik gebruikmaken van Google Talk, dat ik als client kan installeren, in combinatie met Google Talk chatback. Bij de chatknop komt ook een (mijn?) foto te staan - mensen zien graag een gezicht - en bij het drukken op de knop verschijnt een nieuw venster, waarin vervolgens meteen de vraag kan worden getypt.

Het venster blijft gedurende het verdere surfen over de site ook geopend, dus dat geeft mogelijkheden om mensen via chat van hier naar daar te loodsen. Eventueel kan er worden opgevolgd via e-mail of telefoon. Vooral onze directeur is groot voorstander van telefonisch klantcontact - dat heeft natuurlijk ook vele voordelen - maar mijn ervaring van de laatste jaren is dat mensen nu eenmaal liever e-mailen, ondanks het stimuleren van bellen. Ik kan het ook niet helpen...

Ik zal de chats loggen - dat moet ouderwets via kopiëren en plakken - en zal bijhouden wanneer de chatmogelijkheid beschikbaar is voor klanten, wanneer er chats binnenkomen, welke soort vragen ik krijg, eventuele feedback van de klant enzovoort. Het is immers een proef, dus er moet goed geëvalueerd worden.

Overigens heb ik vantevoren meerdere applicaties bekeken en getest, maar Google Talk kwam in de gegeven situatie even als beste uit de bus. Voor deze pilot wil ik eenvoud voorop, ook zodat er niet al te veel ge- of verbouwd hoeft te worden in of aan de website. Bovendien is de gekozen optie gratis beschikbaar en makkelijk in gebruik.

Enfin, wanneer begin ik? Zo snel mogelijk. Binnenkort de concrete voorbereidingen maar eens starten dus. Dat wil zeggen die knop op de website laten zetten.

Ik houd iedereen natuurlijk op de hoogte, zoals je van me gewend bent. Tips zijn altijd welkom!

Plaatje

20 september 2009

Ding 10 - Social bookmarking en Delicious #23ad


Geheel in tegenstelling tot bijvoorbeeld een ding als Twitter zagen erg veel collega's direct al het nut van Delicious in, minimaal om er simpelweg online hun eigen favorieten in bij te houden. Het bookmarking-deel dus, het social-deel kan nog wel wat extra aandacht gebruiken... Twee voorbeeldjes dan ook uit eigen ervaring op het vlak van delen via Delicious:

Zo kan iedereen - alhoewel dit voornamelijk door leden van de Archief 2.0-community wordt gedaan - interessante websites, artikelen enzovoort van de tag archief2.0 voorzien. Die bookmarks komen dan automatisch als webtips in de rechter zijbeuk van www.archief20.org terecht, maar de webtips zijn ook te volgen via rss en Twitter, net wat je handig vindt. Goed voor je dagelijkse portie inspiratie!

Handig was Delicious ook toen ik samen met Albert een presentatie over webcare voorbereidde voor de KVAN-dagen 2009. Artikelen en voorbeelden verzamelden we in Delicious en deze werden ook van speciale tags voorzien (kvan09webcareartikel en kvan09webcarevoorbeeld) zodat er niet alleen voor onszelf maar ook voor de toehoorders bij de sessie een interessante lijst met links is ontstaan, voor wie meer wil weten. En die lijst wordt nog steeds bijgehouden!

Geen ingewikkeld gedoe dus, maar gewoon op een handige manier delen van interessante dingen.

Plaatje

19 september 2009

Verslag dag 2 Informatie aan Zee #info09


De tweede dag van Informatie aan Zee bleek minimaal voor mijzelf een stuk interessanter dan de eerste, waarvan ik eerder al verslag deed. Dat kwam vooral door de vele 2.0-gerelateerde onderwerpen die dag.

23 Dingen - didactische aspecten van een e-leerprogramma
Eva Simon

Zo presenteerde Eva Simon bijvoorbeeld de resultaten van een onderzoek naar het leereffect van 23 Dingen in Vlaanderen, naar de leerstijlen van de deelnemers daaraan en zo meer. Eva baseerde zich daarbij op de formule van ELEC en ging vervolgens uit van woestijnvosjes (mensen die heel gestructureerd willen leren en veel begeleiding wensen), aubergines (mensen die zelfstandig willen leren, zonder al te veel structuur en begeleiding) en terracottapotjes (een combinatie daarvan). De deelnemers aan de Vlaamse 23 Dingen zijn vooral te vinden onder de terracottapotjes (57%) en aubergines (33%) en minder onder de woestijnvosjes (10%). Ook wel logisch misschien, gezien de aard van het dingenprogramma.

In Vlaanderland bestaan twee verschillende manieren om met 23 Dingen bezig te zijn: er is een variant met een elektronische leeromgeving (veel structuur door een vast stappenplan en begeleiding in een virtuele klas) en er is een variant die werkt via de bekende 23 blogberichten (een meer open variant met eventueel begeleiding door een online trainer). Voor ieder wat wils dus, maar iedere deelnemer met een andere leerstijl bracht binnen de gekozen variant ook weer nieuwe problemen met zich mee.

Enfin, de slides van Eva geven een heel mooi overzicht van een en ander. Als je zelf met de cursus bezig bent, als deelnemer of als coach, dan zijn ze het bekijken meer dan waard, wat eveneens geldt voor het artikel wat Eva naar aanleiding van ditzelfde onderzoek eerder al op haar blog publiceerde.

Ook in het kader van 23-Archiefdingen heb ik veel opgestoken van deze sessie. Zo zou er eigenlijk meer tijd voor interactie moeten zijn in het cursustraject. Dat betekent minder opdrachten, minder Engelstalige achtergrondinformatie en sowieso het scheiden van hoofd- en bijzaken in diezelfde achtergrondinformatie. In Vlaanderen hebben ze zelfs dingen geschrapt, tot ze er nog maar vijftien over hadden. Less is more.

Aandachtspunten zijn daarnaast dat je niet alleen rekening moet houden met de verschillende leerstijlen, maar ook met de enorme diversiteit aan voorkennis onder de deelnemers, bijvoorbeeld wat betreft computervaardigheden. Bovendien moet het programma geleidelijk worden opgebouwd. E-leerders zijn veelvuldig enthousiast, willen dan teveel ineens doen en verliezen vervolgens juist daardoor weer hun motivatie.

Maar al met al hebben de cursisten in Vlaanderen meer kennis opgedaan, maar vooral ook meer competenties verworven dan zij in een klassikale situatie zouden hebben bereikt, zoals het onderling samenwerken of het zelfstandig zoeken naar oplossingen voor problemen. Dat geven ze tenminste zelf aan en da's een goed teken, vind ik. Dus 1-0 voor de Vlaamse variant op Learning 2.0.

Deze presentatie gaf voor het doorontwikkelen van onze eigen cursus in ieder geval de nodige, waardevolle input!

Bijscholing in ICT: een voortdurende zorg?
Panelgesprek

Na de sessie over 23 Dingen in Vlaanderen volgde een panelgesprek over scholing en bijscholing op het vlak van ICT. Een aantal vertegenwoordigers van het onderwijs en het veld gaven hun mening over enkele stellingen, maar tot echt vuurwerk kwam het helaas niet. Grootste pluspunt was de erkenning van het gegeven dat er een probleem is, maar een oplossing werd naar mijn mening steeds maar weer gezocht binnen de bestaande opleidingskaders, terwijl je misschien gewoon heel ergens anders moet zoeken. Voorlopig blijft de lijn dus het bijscholen van mensen die eigenlijk zijn opgeleid als bibliothecaris. En da's een oplossing voor slechts een deel van het probleem, vind ik.

Jammer, want ik denk namelijk dat de meeste van die bijgeschoolde mensen om heel andere redenen het vak zijn gaan beoefenen en de opleiding daarvoor hebben gevolgd, dan omwille van redenen gerelateerd aan ICT. Dat betekent dat die mensen prima bijgeschoold kunnen worden - het allemaal vast ook erg nuttig en noodzakelijk vinden - maar over het algemeen nooit de innovatieve krachten op het gebied van ICT-toepassingen in hun organisatie zullen worden, die je toch wel nodig hebt. Daar heb je een ander slag mensen voor nodig, positieve uitzonderingen daargelaten. Ieder immers z'n vak.

De ontwikkelingen gaan heel erg snel en de bestaande, traditionele opleidingen kunnen dat wat ICT betreft simpelweg niet bijbenen in de huidige opleidingsvormen. We reiken mensen daar vandaag de dag oplossingen aan voor problemen of zogenaamde uitdagingen van drie jaar geleden. En dan duurt een dergelijke opleiding ook nog eens vier jaar. Of zoiets - niet bij de tijd in ieder geval. Bijscholing binnen de traditionele opleidingskaders is dus goed, maar is daarentegen niet de oplossing voor het probleem waarmee het panel eveneens werd geconfronteerd, namelijk hoe we échte, leidende stappen kunnen maken op het gebied van ICT. Het geven van een antwoord op die kwestie, daar wilden de leden van het panel naar mijn bescheiden mening niet echt aan, vragen daarnaar werden ontwijkend, zelfs verdedigend beantwoord. Waarschijnlijk ook een geval van belangen, denk ik, wat ik ook in het Nederlandse archiefwezen bespeurde toen daar over opleidingen werd gediscussieerd. Zeker iemand die een betrekking heeft aan een bepaalde onderwijsinstelling zal al snel de oplossing binnen datzelfde kader zoeken. Logisch, want het is je baan.

Maar wel interessant, dit panelgesprek, hoewel het een half uur te lang duurde. De feitelijke discussie was eigenlijk al eerder afgelopen, de bakens waren gezet, maar de sessie moest volgens het programma nog door. Anderhalf uur is gewoon erg lang!

De emotionele noot werd nog verzorgd door een bibliothecaris die vond dat het nu maar eens moest ophouden met te roepen dat bibliothecarissen zo achter de feiten aanholden. En een ander voegde daar later nog aan toe dat binnen een paar jaar de bibliotheken vanzelf wel mensen zouden kunnen aannemen die met computers waren opgegroeid. Beiden geloofde dan ook niet dat er een probleem of minimaal een uitdaging was. Ik dacht dat ik zou helpen door te stellen dat ikzelf - stevig opgegroeid met de computer - óók niet de oplossing voor gelijksoortige problemen in Nederland bleek te zijn, maar dat argument werd niet gehoord... ;-)

Als je collega naast je dan ook nog bestraffend wordt toegesproken door de buurman aan haar andere kant omdat de toetsjes van haar netbook zo veel lawaai maken, dan weet je wat de mindset is waarmee veel deelnemers aan de discussie nog moeten leven...

Al met al is er dus nog een wereld te winnen. Maar aan de verovering daarvan wordt door sommigen gelukkig keihard gewerkt, al geloof ik zelf niet zo in de gekozen strategie op dit moment. Aan de andere kant: ik weet misschien ook te weinig van de Vlaamse situatie om daar écht een goed zicht op te kunnen hebben. Of juist daarom misschien wel... Andermans oordeel dus.

Overige sessies
Net als twee jaar eerder bracht een vijftal trendwatchers ook nu weer tien verschillende trends voor het voetlicht. Niet allemaal even sterk, maar ik heb me zelf in het bijzonder vergaapt aan alles rond de opkomst van interfaces, lensprojecties, holografische toepassingen en zo meer.

Daarna was het tijd voor mijn eigen sessie - waarover het oordeel aan anderen is - en die van Petra, over het geweldige project NA4all. Da's natuurlijk smullen voor archivarissen, maar zowel voor mijn sessie als van die van Petra gold dat we denken dat het Vlaamse publiek daar in de alledaagse praktijk nog niet zo heel veel mee kan. De kloof is wat dat betreft wel erg groot tussen beide landen, als ik links en rechts hoorde dat de prioriteit in Vlaanderen vaak nog ligt bij het nu eindelijk eens verkrijgen van een redelijk budget voor zuurvrij omslagpapier. Een nieuwe website met profielen, chat, gepersonaliseerde zoekopdrachten en dienstverlening via webcare zijn dan van later zorg hè? We zijn in Nederland echt wel verwend!

Al met al een boeiend dagje van een goed congres. Over twee jaar graag een rendez vous!

Plaatje

16 september 2009

Ding 13 - Twitteren tijdens het inventariseren #23ad


Dat mensen na een paar dagen of weken Twitter niet zien zitten voor een archivaris of een archiefdienst, dat vind ik best. Misschien is het ook wel helemaal niks. Maar voorlopig ben ik zelf alleen al enorm enthousiast over alle creatieve ideeën die dit nieuwe medium bij collega's elders oproept.

Zo leerde ik via Archives 2.0 over een project van Zoe Wilcox in Londen, een studente Archiefwetenschap, die aan haar eerste serieuze inventarisatieproject bezig is. Zoe maakt het persoonlijke archief van Peggy Ramsay toegankelijk, een archief waarvan de British Library de documenten beheert.

Zoe heeft voor dit project ook een speciale account op Twitter geopend en doet op die manier verslag van haar bevindingen en vondsten tijdens het inventariseren. Over een tijdje zal ze er trouwens ook over gaan bloggen.

Al met al een slim bedachte manier om te proberen het spannende proces van archiefinventarisatie - gedurende waarvan toch heel wat pareltjes van archiefdocumenten opduiken - voor potentiële gebruikers alvast out in the open te krijgen.

Het doet me een beetje denken aan het gebouw van het IISG waar ik laatst was. Daar kun je als bezoeker door een glazen wand gluren waarachter de restauratoren hun werk doen. Ik vind het project van Zoe wel iets weghebben van die glazen wand. Lekker meegluren met een archivaris dus! :-)

Goed om te volgen!

Plaatje

Bij het zoeken naar een leuk plaatje bij dit bericht stuitte ik trouwens nog op het project The Correspondence of William Henry Fox Talbot. Talbot is natuurlijk bekend als de uitvinder van de fotografie en wel 10.000 brieven door hem geschreven en aan hem verzonden zijn door de Universiteit van Glasgow getranscribeerd en worden nu ook nog eens geannoteerd.

Het ziet er allemaal niet flitsend of 2.0 uit, maar het is wel weer een enorme rijke informatiebron waar je zomaar gratis en voor niks doorheen kunt zoeken. Goed om te weten!

13 september 2009

Verslag dag 1 Informatie aan Zee #info09



Depot-aan-zee
Hans Jansen, Koninklijke Bibliotheek Den Haag, Nederland

De eerste dag van Informatie aan Zee werd alom zo'n beetje aangewezen als de minste dag. Die mening ben ik persoonlijk eveneens aangedaan, vooral door de keynote van Hans Jansen, die het had over digitale duurzaamheid, het digitale depot en zo meer. Dat is allemaal al niet waar mijn interesse ligt - daar kan niemand iets aan doen natuurlijk - maar de presentatie was ook al niet inspirerend - wat natuurlijk mijn eigen mening is, die evenwel behoorlijk werd gedeeld. Een degelijk verhaal hoor, dat wel, net als het depot waarover het ging. Maar da's eigenlijk alles wat ik er over wil zeggen.

User Contributions to WorldCat
Jenifer Gatenby, OCLC Leiden, Nederland

Tijdens deze productpresentatie werden de resultaten toegelicht van een onderzoek naar gebruikersparticipatie in WorldCat, vandaar dat ik hem bijwoonde. De opvallendste conclusie was wel, dat mensen het ontzettend fijn blijken te vinden om fouten in gegevens op onze websites door te geven of zelf te verbeteren, zeker als ze bij het verbeteren kunnen putten uit hun eigen data.

Dat is alwéér een pleidooi om vooral niet te wachten met het online zetten van je toegangen en nadere toegangen tot alles perfect is. Het BHIC doet dat nu bijvoorbeeld nog wel met alle genealogische gegevens: die worden ingevoerd door een vrijwilliger, dan nog eens gecontroleerd door een andere vrijwilliger, dan worden er controlescripts uitgevoerd en dan kijkt een medewerker er nog eens doorheen... en dán pas komen ze online. Kost veel tijd, duurt lang en uiteindelijk ontneem je daardoor klanten de kans om verbeteringen aan te brengen en zien vrijwilligers slechts laat resultaat van hun inspanningen. Overigens barsten dit soort databases ook na dit soort controles alsnog van de fouten, dus wat maakt het eigenlijk uit hè?

Enfin, in Tilburg hebben ze daar al jaren ervaring mee: ieder record wat een vrijwilliger invoert staat meteen online. Direct resultaat voor de werkende mens! En dat vinden wij allen zo prettig... Ja, ja! Sluit ook mooi aan bij puntje tien van ons manifest.

Open Linked Data als strategie voor documentatie
Dries Moreels, Vlaams Theaterinstituut

Goede verhalen kunnen niet vaak genoeg worden verteld. Dries Moreels vertelde weer zo'n verhaal en wel over het bevrijden van je data voor zowel mens als computer. Dries presenteerde deze stap niet zozeer als een technische opgave, maar vooral als een principiële keuze voor open content.

Als voorbeeld noemde hij zijn eigen theaterinstituut, maar ook bijvoorbeeld BBC Music, waar de artiestenpagina's overduidelijk - overigens met een disclaimer - voorzien zijn van biografietjes vanuit Wikipedia, zoals onder andere bij The Beatles het geval is. Voor een instituut als de BBC een giant leap.

Die truuk met Wikipedia passen ze bij het VTI ook toe. Het mooiste antwoord kwam naderhand op de vraag of al die Wikipedia-artikelen ook wel werden gecontroleerd? "Nee, natuurlijk niet." Volgende vraag...

Zoveel informatie, zo weinig tijd
Paul Nieuwenhuysen, VUB

Een betere sessietitel zou zijn geweest Zo weinig tijd, zoveel slides want we kregen er ongeveer 200 te verduren. De helft werd snel doorgeklikt, de andere helft was voorzien van gif-animaties van een decennium terug. Je kent ze wel, de bewegende computertjes en op mekaar vallende boekjes...

Uiteindelijk was de kern van Pauls verhaal een beschouwing met voorbeelden van de twee oplossingsrichtingen voor het probleem van verspreide bronnen: federated search (waarbij een zoekmachine direct meerdere bronnen bevraagt) en aggregated search (waarbij de metadata van verschillende bronnen eerst in dezelfde database worden gegoten, waarna die database vervolgens door een zoekmachine wordt bevraagd).

Voor- en nadelen passeerden de revue. Federated search vindt méér en is altijd up to date, want gebruikt de oorspronkelijke data en geen gestandaardiseerd aftreksel daarvan. Aggregated search daarentegen is sneller en het resultaat is uniformer, inclusief verfijningsmogelijkheden. Meestal zie je trouwens combinaties van beide mogelijkheden.

Maar het probleem van interoperabiliteit blijft. Standaardisatie van databasestructuren is lastig en iedereen noemt dezelfde dingen weer anders, of andere dingen hetzelfde. Het semantisch web deed Paul af als zeer interessant, maar praktisch onhaalbaar. Daarin ben ik het niet met hem eens. Niet zozeer omdat ik het beter weet, maar omdat ik op het technische vlak simpelweg niet geloof in de onhaalbaarheid van zaken. De geschiedenis heb ik wat dat betreft aan mijn kant van het gelijk...

Europeana in Vlaanderen
Mel Collier, KU Leuven

Tijdens de laatste twee sessies had ik eindelijk een prettige online verbinding, zodat ik eens kon experimenteren met het live verslag doen van een congres via Twitter. Hieronder eerst de twee verslagen (per verslagje van onder naar boven lezen - sorry voor mijn luiheid) en daarna een paar opmerkingen:

  • "Is dat een antwoord op uw vraag?" - "Ongeveer, dankjewel..." - applaus
  • Er komt een soort check tool waarmee je je content kunt checken tegenover de vereisten van Europeana, ook komt er documentatie
  • Iemand met een lokaal verhalenplatform wil graag met de metadata aansluiten bij wat Europeana nodig heeft. Wat te doen?
  • Korte samenvatting van het antwoord: er is geen antwoord, of oplossing, behalve erkenning van het probleem
  • Het antwoord wordt onderbroken door de vraagsteller en een hoop "euh..."
  • Wat te doen met dezelfde objecten uit verschillende instellingen?
  • Vragen of een demo?
  • Zie ik daar advertenties in het business model? Ja...
  • Financiering: long time model - van heel veel financiers een beetje proberen te krijgen, in plaats van van een paar heel veel
  • Financiering: onder andere door instellingen zelf, overheden, subsidies, gebruikers, sponsoring enzovoort. Eigenlijk overal vandaan
  • Speciaal voor @Duul58 heeft ook Europeana "end users"
  • Overal moet tegenwoordig een business model achterzitten... en dan ook nog voor het brede publiek interessant zijn
  • Slides wisselen ineens van taal, van NL naar EN - aggragatie nodig? ;-)
  • Aggregatie in Vlaanderen is sowieso nodig en gaat sowieso gebeuren, ook los van Europeana - komt wel eerst een haalbaarheidsstudie
  • "Europeana is een groot project" en het "Europeana partner network model" is dientengevolge erg ingewikkeld...
  • Baanbrekend: grootschalig, internationaal, technisch geharmoniseerde metadata en samen werking tussen domeinen
  • Europeana is zowel een leverancier als aggregator, in 2014 voor wat betreft zo'n 25.000.000 objecten door 100 MLA instellingen
  • Na de zee nu Europeana in Vlaanderen, uitgelegd door Mel Collier


Digitale televisie als heiland voor cultureel erfgoed
Tom Evens, Universiteit Gent

  • Valt me sowieso op: weinig vragen tijdens
  • Er waren geen vragen, dus ik sta al in de hal...
  • Er is tijd om álle aanwezigen een vraag te laten stellen! ;-)
  • Betaalde digitale tv: analoge tv heeft meer potentie - twijfels over commerciële haalbaarheid - blijft een niche - (slide verdween)
  • Wie betalen vooral voor cultuur online? Dat zijn héél veel mannen van middelbare leeftijd, hoog opgeleid en met een goed salaris
  • Conclusie (dûh!): cultuur is een niche...
  • Evaluatie van de 15 online video's: 2663 transacties, waarvan 415 betaald - de rest betrof de gratis teaser
  • heeft in de VS wel movies on demand gezien - 5 euro per stuk - is dat in een juiste verhouding tot 2 euro voor een dansprogramma?
  • VOD market pilot: grootschalige distributie cultuurprogramma's - items kosten 0,5 tot 2 euro - gratis teaser - beperkt aantal items
  • Long tale en digitale cultuurtelevisie: van basic supply naar thematic supply, video on demand en user generated
  • Daar is de long tale weer! Ook toepasbaar op digitale tv
  • Ook voor verspreiding cultuur geldt: digitale tv start vanuit pole position: high quality en full length
  • Aha... Er wordt gekeken vanuit het perspectief van de liefhebber van cultuur met diepgang...
  • Vreemde uitspraak: commerciële zenders houden te véél rekening met de kijker
  • Geschiedenis van de VRT: concurrentie door buitenlandse zenders, wegzappende zenders en gevolgen voor programmatie
  • Vormen van digitale cultuurparticipatie op het gebied van de podiumkunsten - daar gaat het over, niet over wat de sessietitel zegt
  • De Delvaux Zaal is bijna helemaal leeg... De spreker maakt een grapje, als een boer met kiespijn
  • Nu: digitale tv als heiland voor erfgoed - klinkt nog spannend!


Tussen de bovenstaande berichten door stonden nog ongeveer tien tweets met vragen en opmerkingen voor anderen of andere niet ter zake doende mededelingen. Blijft over per verslag een aantal van achttien berichten.

Later zal ik nog uitgebreid over mijn Twitter-ervaringen gedurende het congres bloggen, maar ik ben nu toch al wel benieuwd naar jullie reacties. Zijn bovenstaande tweets als verslag zinvol voor de buitenwereld om te volgen? Kun je er iets mee? Om te volgen tijdens de sessie? Om te lezen achteraf?

Wrap-up
Een echte afsluiting van de dag was er vervolgens niet, wat jammer is. Wel was het Blogdinner aan Zee erg gezellig en gedurende het etentje namen we samen de afgelopen dag nog eens door.

Wat mij betreft waren de meeste sessies best leuk om te volgen, ik heb een paar goede tips opgedaan en ben een aantal interessante dingen aan de weet gekomen. Het gebrek aan vuur en vlam in de keynote en het gebrek aan een soort uitsmijter aan het einde van de dag hebben deze eerste congresdag echter genekt. Er bleef in ieder geval bij mijzelf toch een wat onbevredigend gevoel achter.

De tweede dag maakte dat grotendeels goed, maar daarover ook al later meer.

Plaatje

8 september 2009

Ding 13 - De laatste keer Twitter #23ad


Inmiddels heb ik links en rechts al verschillende posts over Twitter gelezen, die voortkomen uit de cursus 23-Archiefdingen. Mij persoonlijk valt het op, dat vooral de negatieve kanten van Twitter nogal gauw belicht worden, waarschijnlijk - maar ik ben geen wetenschapper hè - omdat die kanten al snel overeenkomen met bestaande vooroordelen en met datgene wat we veel anderen en de media hebben horen zeggen. Twitter als zinloos gebabbel.

En inderdaad, ik kan alleen maar beamen dat er via Twitter een hoop zinloze informatie de wereld in wordt gestuurd, het lezen vaak niet waard. Maar goed, zo staat het internet vol met zaken waarvan ik de indruk heb dat onze beschaving er niet mee is gediend, maar die klaarblijkelijk toch in een bepaalde behoefte voorziet voor bepaalde doelgroepen. En da's met dat zinloze gebabbel ook het geval.

En het mooie is, dat je beide zaken prima links kunt laten liggen. Bepaalde websites bezoek ik niet, bepaalde Twitteraars volg ik niet. Makkelijk zat.

Twitter heeft echter in mijn geval een plaatsje veroverd temidden van bloggen, mailen, chatten, sociale netwerken en rss, en heeft daar gedeeltelijk taken van overgenomen.

Via Twitter attenderen collega's - niet alleen archivarissen overigens - in den lande mij regelmatig op interessante websites en artikelen, die mij helpen in mijn werk of bij het nadenken daarover. Via Twitter krijg ik regelmatig ook antwoord op vragen die ik heb, soms zelfs bij gebrek aan eigen collega's, die immers ook met vakantie moeten kunnen gaan. Via Twitter worden daarnaast regelmatig even snel dingetjes kortgesloten, zoals praktische zaken rond een evenement, met collega's, waarbij e-mailen vaak weer te lang duurt en je toch niet weet wie je allemaal zou moeten mailen. Via Twitter leer ik ook regelmatig dat anderen met soortgelijke projecten als ikzelf bezig zijn en kunnen we vervolgens kennis, ervaringen en documenten uitwisselen. En via Twitter houden congresgangers mij vaak op de hoogte van interessante presentaties en nieuwtjes, als ik zelf niet aanwezig kan zijn.

Zomaar wat voorbeeldjes.

Verder doen ook die collega's en ondergetekende wel eens aan dat zinloze gebabbel, maar je kunt dat ook scharen onder het sociale van het medium. Werken mag tussen de bedrijven door best ook een beetje leuk zijn, toch?

En nou zeg ik niks meer over Twitter... Zoek het zelf maar uit! ;-)

Plaatje

7 september 2009

Ding 13 - Ik Twitter... Volg je me nog? #23ad


Vandaag kwamen voor de 23-Archiefdingen-cursisten van het RAT en het BHIC de volgende twee 'dingen' vrij, te weten Twitter en Instant Messaging. Ik denk dat er bij ons vooraf over geen enkel ding zoveel is gesproken als over Twitter. De een haalde het aan als de applicatie die precies bewees hoeveel onzin er online te doen is, de ander haalde het aan als de applicatie waar nooit maar dan ook nóóit een account aan zou worden gemaakt. En dan staat het ook nog eens als dertiende ding geprogrammeerd... Tja, hoe lastig wil je het je cursisten maken hè? ;-)

Maar enkele collega's van het studiezaalteam waren desondanks vandaag al meteen enthousiast aan de gang gegaan. Het aanmaken van een account was nog wat eng, zeker als je vervolgens niks weet te zeggen tegen dat kleine venstertje. Want ja, wat doe ik eigenlijk?

Na die eerste stappen blijkt het eigenlijk ook wel spannend en leuk. En als je een beetje gaat zoeken, dan kom je toch ook genoeg interessante mensen tegen om te volgen, zelfs archivarissen, zelfs ondergetekende. En al zullen deze collega's Twitter niet zo snel privé gaan gebruiken, voor het archief zien ze er wel een beetje brood in.

Worst
Weet je, het gaat ook niet om Twitter of microbloggen an sich. Die hele concrete toepassing zal me worst wezen. Waar het eigenlijk om gaat is dat dit weer een hele nieuwe manier van communiceren toont aan mijn collega's. Mijn ene collega zei het namelijk precies goed, toen ze zei dat haar kinderen bijvoorbeeld tegenwoordig heel anders afspraken maken met hun vrienden en vriendinnen dan vroeger gebeurde. Geen vaste tijden meer, maar on the fly zeggen wat je gaat doen en dan maar kijken wie er meegaat. Da's al een klein voorbeeldje van een verandering in het communicatieve gedrag van een jongere generatie, die z'n neerslag vindt in applicaties als Twitter - overigens vooral door dertigers en veertigers gebruikt, geloof ik. En inderdaad, dat raakt dan meteen een andere trend, namelijk dat 'alles' steeds mobieler wordt, in ieder geval het internet.

Nou, gaat iedere collega daar nog mee te maken krijgen dan? Nee hoor, maar er werken op het BHIC nog voldoende collega's die nog wél met klanten van doen gaan hebben, die tegen die tijd dus hele andere verwachtingspatronen hebben voor wat betreft onze bereikbaarheid en beschikbaarheid. Zelf gaf ik daarbij een ander voorbeeld, uit de privésfeer: toen ik eerder binnen de familie wat rond moest sturen gebruikte ik e-mail, zoals voor mij gebruikelijk. Het resultaat? Van de helft van mijn neven en nichten kreeg ik geen antwoord. Maar toen ik ze vervolgens krabbelde op Hyves had ik binnen een dag alle antwoordjes binnen.

Met andere woorden: zoals we ooit een postbusje voor e-mailtjes hebben geopend - opa vertelt! - zo moeten we nu ook weer goed om ons heenkijken naar wéér andere communicatiemiddelen.

En daar zijn die twee collega's dus vandaag mee begonnen. Het BHIC-account kan in ieder geval wel wat interactiever, vindt er al eentje. Mooi, da's inderdaad waar. En wat gaan we daar dan nu eens aan doen hè? ;-)

Verder lezen
Ter inspiratie bij dat laatste: op twee sociale netwerken - weer een ander ding overigens - zijn in de afgelopen weken twee interessante discussies voorbijgekomen, waarin archivarissen zich druk maken over Twitter:

- Zinloos gebabbel
- How useful is Twitter as a work tool?

En voor de liefhebbers van mijn persoonlijke pennevruchten heb ik hieronder twee relevante berichten van mijn blog verzameld, waarin ik mijn eigen ervaringen met Twitter deel:

- Twitter Update
- Tweerichtingstweet?

En tenslotte hier nog wat kleine berichtjes, waarin ik enkele voorbeeldjes laat zien waaruit het nut van Twitter blijkt:

- Het nut van Twitter?
- Web 2.0 en cultureel erfgoed: "This is Copenhagen twittering"
- Volg die Schaghenbrief!

Maar goed, je kunt dit allemaal wel lezen, maar je kunt beter gewoon een account aanmaken en zelf een en ander ervaren. Wie weet ga je het nog nuttig én leuk vinden ook!

Uitsmijter
En nog wat nut: als je me donderdag en vrijdag mist, dan zit ik in Oostende, aan zee. Wat ik en anderen daar doen kun je volgen via Twitter en omdat we allemaal dezelfde hashtag #info09 gebruiken kun je mooi een en ander vanaf één plek volgen. Of via RSS natuurlijk! Mogelijkheden te over...

Plaatje

5 september 2009

Kleur doet wonderen

Laatst heb ik me een beetje verdiept in groepen in Flickr waar aan fotorestauratie wordt gedaan. Prachtig eigenlijk hoe je oude, vergeelde foto's, vaak met een scheurtje hier of een brandplek daar, kunt uploaden naar Flickr, waarna photoshoppers ermee aan de slag gaan en je een gloedjenieuwe foto retour krijgt.

Nu wil het geval dat Etienne Koreman via e-mail een reactie achterliet bij een van de foto's van het BHIC op Flickr en wel eentje van Sint-Oedenrode. Niet alleen wist hij het bijschrift te verbeteren, ook linkte hij door naar zijn eigen set met 'Rooise' kiekjes, waar hij oude foto's een gekleurd jasje heeft gegeven. Ik vond er nog meer fraaie foto's, die het BHIC vooralsnog alleen in zwart-wit aan kan bieden.

Erg mooi!! Hieronder heb ik snel even een paar voorbeeldjes bij elkaar gezocht:

De Markt in Sint-Oedenrode
Doop in Sint-Oedenrode

1931 - Markt thv tegenwoordig Friture vd Linden (colorized) Sint Oedenrode

Op bedevaart naar Sint Oda
Bedevaart in Sint-Oedenrode

1932 - Kerkhof stoet Odafeesten (colorized) Sint Oedenrode

Eerste prijs op de klompenbeurs
Klompen in Sint-Oedenrode

1936 - markt - klompenbeurs (colorized) giant wooden shoe  Sint Oedenrode

2 september 2009

Informatie aan Zee

Twee jaar geleden was ik present in Gent, waar de VVBAD was neergestreken voor haar congres Informatie 2007. Dat congres - eigenlijk alleen de eerste spreker al - was dusdanig goed bevallen, dat ik daar dit jaar weer bij aanwezig wilde zijn. Sterker nog: als spreker dit keer is mijn fysieke aanwezigheid zelfs bijzonder gewenst.

Deze keer wordt het tweejaarlijkse congres in Oostende gehouden: Informatie aan Zee dus. Lijkt me een erg plezierige congresomgeving! :-)

Het programma voor de donderdag en vrijdag is veelbelovend en vorige keer vond ik vooral ook de mix - da's dan een voordeel van de Vlaamse beroepsvereniging - tussen bibliotheken en archieven en documentatiewezen bijzonder inspirerend. En het is altijd goed om je Vlaamse collega's weer te zien, zoals ons aller Tommeke, die als motor in Gent aan de wieg stond van de ArchiefWiki.

Veel van de presentaties vind je nu al op SlideShare; de mijne staat alvast hieronder. Het is een stevige update van een presentatie die ik al een keer of drie eerder hield, maar het verhaal blijft leuk om te vertellen. Zeker in Vlaanderland, waar sommigen in het verleden nogal geschokt leken van mijn gedachtengoed... Nou ja, kop op, want die rare 'Ollander blijft toch maar een paar daagies logeren!